donderdag 11 april 2002

HOLLAND BOLLAND

Heggenmussen


Holland, bolland en dat zie je! Vooral in april. Het rood, geel en blauw en wat daar nog tussenin zit schittert je uit alle tuinen tegemoet. Het is één en al vrolijkheid. De mooiste combinaties en de indrukwekkendste kleurvlakken vind je waarschijnlijk in de Keukenhof in Lisse. Maar zoals Groningen voor de meeste Nederlanders ver weg is, is de Keukenhof dat misschien wel voor ons. Kom, we gaan onze eigen 'Keukenhofjes' bekijken, want Groningers weten óók raad met bollen.

Acidanthera: Abessijnse gladiool
AAN DE WANDEL
Maak eens een wandelingetje door je eigen dorp en geniet van het fleurige bollengoed in de tuinen van je dorpsgenoten. Heb je ze allemaal al gezien bij het uitlaten van de hond? Neem dan eens een kijkje in een ander dorp. Met het 'Wandelzakboek Groningen' van Joke Sterk (uitg. Contextuur) in de hand is dat wel een heel leuke bezigheid.
Het leidt je in vijftig plaatsen, van Aduard tot Zuidhorn, langs bezienswaardigheden en beschrijft tal van wetenswaardigheden. Loppersum, Middelstum, Ten Boer en Westerwijtwerd staan er ook in. Echt heel leuk. En in deze tijd van het jaar komen daar de voorjaarsbloeiende bolgewassen in de tuinen van de inwoners als extraatje bij! Maar vijftig van die uitstapjes - dat red je niet in één maand, dus is het goed te weten dat er ook later in het seizoen nog bollen en knollen in bloei komen!
BOLLEN EN KNOLLEN
Een knol is niet hetzelfde als een bol, maar het ligt wel dicht bij elkaar. (Sta ik in een wolwinkel na te denken over een knotje of een bolletje wol, vraag ik prompt om een knolletje wol! Ik bedoel maar). Bollen en knollen worden dus meestal in één adem genoemd en hebben zo hun eigen categorie tussen eenjarigen, vaste planten enz.

Fritillaria meleagris, kievitsbloem
De voorjaarsbloeiers zijn bij de meeste mensen wel bekend, hoewel in sommige tuinen het assortiment nog wat uitgebreid zou kunnen worden. Bijvoorbeeld met leucojum (lenteklokje), fritillaria meleagris (kievitsbloem), ipheion (oude wijfjes), ornithogalum (vogelmelk) en anemonen. En let eens op botanisch bolgoed zoals corydalis bulbosa (holwortel), chionodoxa (sneeuwroem), scilla en botanische tulpjes: geschikt voor verwildering. Deze bolletjes kunnen gewoon in de grond blijven en hebben doorgaans ook wat smaller blad. Want dat schrikt nog wel eens af: de 'rommel' die achterblijft na de bloei.
Je mag het blad immers niet afknippen: dat heeft de bol nodig om volgend jaar weer te kunnen bloeien. Voor alliums geldt dat trouwens weer niet: zodra hun bloemen beginnen te kleuren mag je het blad afknippen. Andere bollen moet je dus een beetje strategisch aanplanten: in de buurt van grootbladige planten zoals hosta's die al snel het zicht op het afstervende bollenblad zullen wegnemen. De combinatie hosta-camassia is bijna klassiek. Het blad van narcissen kun je ook bijelkaar binden tot 'schoofjes'.
Uitgebloeide bloemen 'koppen', zodat geen zaad gevormd wordt ten koste van de bol. Zelf vind ik de zaaddozen van blauwe druifjes heel leuk, dus die laat ik staan. Tot op heden lopen bij mij de aantallen blauwe druifjes nog niet terug. Ook sommige alliums zijn met hun mooie bolvorm heel geschikt om te laten drogen na de bloei. Met goud of zilver bespoten, of een ander kleurtje, doen ze het leuk in een droogboeket.
Allium purple sensation

ZOMERBOLLEN
Droogboeket? Maar dan is het al herfst! Ho ho! eerst nog de zomer - met een keuze aan bollen en knollen om van te watertanden. En die kunnen allemaal deze maand nog geplant worden. In de volle grond (graag even voorbewerken en wat extra mest toevoegen) maar ook in potten, zodat ze overal 'inzetbaar' zijn wanneer er later in het seizoen open plekken vallen in de border. Kies dan voor zwarte plastic potten: die zie je niet tussen de planten.
Dahlia's zijn er in zóveel vormen en kleuren: daar moet gewoon iets bijzitten voor die ene plek in jouw tuin. Tot zomerbloembol van het jaar 2002 is uitgeroepen de donkerbladige pioenbloemige lila dahlia "Fascination". Zo'n titel krijg je niet zomaar - daar ga ik achteraan!
Dahlia 'Fascination'
Op het terras is altijd nog wel een plekje te vinden. Dat is ook een goede plek voor de Abessijnse gladiool (acidanthera). Lekker veel bij elkaar, want dat ruíkt toch lekker!!
Gladiolus communis
byzantinus
En wie de 'ouderwetse' gladiolen te gewaagd vindt moet 'gladiolus communis byzantinus' eens proberen: 60 cm. hoog, kleinbloemig, violetroze en redelijk vorstbestendig. Die hoeft dus niet opgespit te worden. Voor de zekerheid wel even een winterdek geven. Nerine bowdenii mag nu ook de grond in, lekker warm op het zuiden. De roze bloemen verschijnen in augustus. Deze nerine is goed winterhard, maar een afdeklaag kan geen kwaad. Komt de bol in de loop der jaren boven de grond uit, plant hem dan opnieuw 15 cm. diep.
Agapanthus (Afrikaanse lelie), blauw of wit, doet het ook goed in een pot. Ik zet ze in de winter met pot en al in de garage. Het verdorde blad haal ik weg en pas in maart, als ze weer uitlopen, krijgen ze water met een keer per week vloeibare mest. Eucomis bicolor (ananasplant) is een blikvanger voor het terras, maar hij kan ook in de volle grond. Een typisch knolgewas voor de zomer is ranunculus (ranonkel) in de kleuren geel, oranje, roze of rood.
UITSTAPJE
Mij dunkt dat dit een aardige opsomming is. Wie er maar niet genoeg van kan krijgen (ja, er is nog meer!) moet beslist naar de Kruidhof in Buitenpost waar op 30 april a.s. een tuinbeurs wordt gehouden met o.a. zomer- en herfstbollen èn orchideeën. De entree is die dag gratis. Deze botanische tuin is een echte aanrader. De Kruidhof is ingedeeld in stuk voor stuk interessante thematuinen, er is een informatiecentrum en gelegenheid voor een hapje en een drankje. De pomologen onder ons kunnen hun hart ophalen aan tal van oude rassen. Wat te denken van een appelras met de naam 'Zijden hempje'! 'Groninger Kroon' staat er ook. Er worden ook vaste planten verkocht die je niet overál aantreft. Wie weet waar je mee thuiskomt.

Herfstcrocus
HERFSTBOLLEN
Toch op zijn minst met een zakje herfstcrocussen. Als je die in juli plant bloeien ze in september/oktober. Zet ze tussen lage wintergroene bodembedekkers, want in herfstbuien kunnen ze wel een steuntje gebruiken. Colchicum of herfstijloos (of blote jochies) (u zegt het maar) zijn ook heel geschikt om nog even na te genieten van de zomer. Hou bij het uitzoeken van een goede plek wel rekening met het forse blad dat verschijnt van maart tot juni.
En als dan ergens in november de vorst toeslaat gaan we aan de droogboeketten met alliums, tot in januari sneeuwklokjes en winterakonieten een nieuw bollen- en knollenjaar inluiden. …Zo blijven we aan de wandel!


April 2002

woensdag 10 april 2002

FORSYTHIABOOMPJE MET TUINIJZERDRAADJE



In míjn tuin …

... is al lang geen ruimte meer voor nieuwe bomen. Er kan echt niets meer bij. Want 'boompje groot, plantertje dood', dat moet je niet te serieus nemen. Een berk kan heel snel en dan stáát er ook wat! Maar een klein boompje dan, zelf opgekweekt? Dát kan toch wel? Vooruit maar, 't is je hobby.
Links van de taxus stond een struik: acer ginnala (vuuresdoorn). Ik zocht de rechtste tak uit, bond die aan een stevige stok en snoeide de rest van de struik weg. De acer vond het best en liep mooi uit op zijn ene tak. De stam hield ik kaal en de top snoeide ik in een bolvorm, elk jaar iets groter. Wat leuk: je eigen bolboompje!
Inmiddels was het mij gelukt een stek van de forsythia te laten bewortelen. Nu moest hij gaan groeien. Het was een echte zwabbertak - die moet je stevig aanbinden. Dat deed ik dus, met van dat groene tuinijzerdraad. En dan is het een kwestie van wachten en geduld oefenen.
Daar was ik zó druk mee bezig dat ik de stek vergat. Toen ik hem na een jaar weer tegenkwam bleek mijn zwabbertje zowaar in omvang te zijn toegenomen - behalve op de plek van het venijnige ijzerdraadje! Dat was lelijk ingegroeid. Wat was ik toch een waardeloze tuinier. Voorzichtig haalde ik het ijzerdraad weg. Zou dat nog goed komen? Ík verdiende het niet, maar de stek natuurlijk wel. De forsythia bleek ijzersterk en het kwam goed.
Toen de stek mijn ooghoogte bereikt had knipte ik het topje eruit. Dat levert twee uitlopende takjes op. Als je die ook topt krijg je vier takjes. Blijven toppen dus. Al die jaren had de stek in een pot gestaan maar nu werd het toch tijd voor een vaste standplaats. Symmetrie brengt rust in de tuin - nou, dat kan de mijne wel gebruiken. Dus haalde ik de duimstok op en plantte de forsythia rechts van de taxus op precies dezelfde afstand als de acer ginnala links! Ondanks dit gepietepeuter is de symmetrie nog ver te zoeken. Het zal nog jaren duren voor mijn forsythiaboom zonder steun een bol kan dragen die die van de vuuresdoorn evenaart. Maar in het voorjaar bloeit hij al dat het een lieve lust is.
Laatst heb ik een foto gemaakt van mijn forsythiaboompje - zó mooi! en toen klapte de nieuwe voordeur - zó soepel! achter mij in het slot. Na enig nadenken vond ik een manier om weer binnen te komen. Nét op tijd, want mijn buurvrouw snelde mij te hulp … met een heus breekijzer!! 't Was goed bedoeld, zoals ooit een groen tuinijzerdraadje en achter mij hoorde ik een forsythiaboompje grinniken …

April 2002