vrijdag 15 november 2002

TUINCADEAUTJES

Heggenmussen

Het gaat hard nu: voor we het weten is het 21 december, de eerste dag van de winter en meteen ook de beste, want het is de kortste! Dan gaan de dagen alweer lengen en hebben we het ergste gehad, wat de duisternis betreft.

In de tuin hoeven we niet veel meer te doen. Het afgevallen blad is weggebezemd, vorstgevoelige planten hebben we een extra beschermlaag gegeven. Al het steunmateriaal wat in de winter o zo zichtbaar is ineens, is opgeborgen in de schuur. Er staat een zak zand klaar om te strooien als het glad wordt. De ijsvrijhouder dobbert in de vijver en vogelvoer hangt in de boom. En dat is maar goed ook, want het wordt steeds kouder buiten. Hoe leuk tuinieren ook is: deze tijd van het jaar heeft toch ook zijn charme, lekker warm binnenblijven - goed voor je rug ook!
'BALANSEN'
En we hoeven de tuin niet helemaal uit ons hoofd te zetten. Er is nu tijd om de balans op te maken. Wat ging er mis, wat moet/kan er anders? Als je braaf een tuin(dag)boek hebt bijgehouden kun je het zó nalezen. Ik heb zelfs een apart blaadje met het kopje 'Voorjaar 2003'. Daar staat: bruidssluier niet snoeien. Dat had ik dit voorjaar wel gedaan en prompt ging het jonge plantje dood.

Vaste witte lathyrus met Clematis Negritjanka

Ook mag ik van mezelf de vaste lathyrus niet meer afknippen als ie de bovenkant van de klimsteun heeft bereikt. Een ernstige misser deze zomer: hij hield direct op met bloeien.
Heb je veranderplannen, neem dan je ouwe trouwe tuinboeken nog eens door of die stapel tuintijdschriften: de bron van inspiratie in de winter.
CADEAUTJES
Tijd is er ook voor leuke dingen: december is dé cadeaumaand. Voor tuinliefhebbers is er ik weet niet wat te vinden aan nuttige, handige of gewoon leuke hebbedingetjes.
Met zaden uit je eigen tuin kun je vast iemand een plezier doen. Lever er een beschrijving van de plant bij - hoeft niet op rijm. Je kunt ook een bollenpot maken voor een terras- of balkonbezitter. Neem een ruime pot en bekleed die van binnen met noppenfolie, tegen het bevriezen. Laat de bodem vrij, zodat het water weg kan. Onderin een laagje potscherven, dan een laag potgrond en de eerste serie bollen, bijvoorbeeld tulpen. Weer een laag potgrond en de tweede serie bollen: narcisjes, blauwe druifjes of chionodoxa (sneeuwroem). Gewoon nemen wat je leuk vindt. Potgrond eroverheen en als er nog ruimte is: crocussen. De laatbloeiende bollen komen onderin, de vroegbloeiende bollen bovenin. Eindigen met een laag potgrond. Omdat het zo wel een kaal cadeautje is, plant je er wat winterviolen in of bijvoorbeeld gaultheria (bergthee). Wat een verrassing in het voorjaar: een cadeautje van de lange adem!

Gevulde kokosnoot
Liefhebbers van vogels in de tuin verras je met zelfgemaakte vogelvoersels. Smelt frituurvet en roer daar doorheen: rozijnen, zonnebloempitten, havermout, geraspte kaas, pinda's, stukjes brood, (universeel) vogelvoer. Haal een touwtje door de onderkant van een bloempot en bind aan de binnenkant van de pot een klein stokje vast waar de pot ondersteboven aan blijft hangen. Vul de pot met het al wat gestolde vet, verder laten afkoelen en hij is klaar om buiten opgehangen te worden. Of vul er een puddingvorm mee. Goed koud laten worden, de vorm even in heet water houden en de 'pudding' storten op een plankje. Versieren met randjes doppinda's, besjes, zonnebloempitten, gepelde pinda's en trosgierst. Afwerken met een sliert klimop of losse klimopblaadjes. Een mooie taart op de voedertafel!
Sla een spijker door een plankje om pinda's op te 'spietsen'. Buiten gebruik een kurk op de spijker! Rijg de pinda's aan ijzerdraad en buig daarmee de voorletter van de ontvanger. Of een hart, of een huis, of een kerstboom. Met een lintje eraan hang je ze gemakkelijk op.
HOUTBEWERKING

Een 'playstation' kan ook!
Ben je een echte knutselaar, dan kun je je uitleven op nestkastjes. Het is niet moeilijk om er zelf een te maken, maar het kost je wel een paar uurtjes. Ik heb er een gemaakt van oude planken, 18 mm. dik. 't Is even zagen. Een vloeroppervlak van 15x15 cm. is voldoende. Voor een balkonnetje kun je de bodem nog wat centimeters laten uitsteken. De vliegopening moet een doorsnede hebben van 28 of 32 mm. voor respectievelijk pimpel- en koolmezen en komt op een hoogte van 12 cm. zodat katten er geen jonge vogels uit kunnen hengelen. Een zitstokje hoeft niet, mag wel: 2½ cm. onder de vliegopening. De hoogte boven de vliegopening is minimaal 3 cm. bij een recht dak en uiteraard hoger bij een puntdak. Het dak moet waterdicht zijn en liefst een paar centimeter oversteken. Verder moet de kast open kunnen voor een schoonmaakbeurt. Dat kan met een scharnierend dak, maar ook met een scharnierende zijkant: één zijwand wordt los in de kast gezet. Vervolgens timmer je aan weerskanten op precies dezelfde hoogte (13 cm.) een stevige spijker door voor- en achterwand in de losse zijwand. Je kunt deze zijwand nu aan de bovenkant naar binnen drukken: hij scharniert op de spijkers. Ik heb mijn nestkast een balustrade gegeven van stukjes deuvelhout en een latje. Boor gaatjes in de bodem (niet helemaal erdoorheen), doe er wat houtlijm in en na een tikje met de hamer is het deuveltje voldoende verankerd. Vier op een rij, op dezelfde manier een latje erop - klaar is je balustrade. Het huisnummer van de toekomstige eigenares heb ik van luciferhoutjes geknipt en met een pincet en (blanke) bisonkit op de kast gelijmd. Leuk: in reliëf! Zet de buitenkant goed in de verf en laat daarbij je fantasie de vrije loop. Bevestig een ophangoog en schroef eventueel haakjes in de zijwandjes: daar kunnen in de winter pindanetjes of vetbolletjes aan opgehangen worden. Van berkentakjes heb ik een bezempje gemaakt en dat samen met een klein kransje van een dun takje met bisonkit tegen de voorwand geplakt. Dan nog een bordje met Villa 'Huppeldepup' erop en een slingertje nepklimop om de balustrade heen, vastgezet met draadnagels. Hier ga ik iemand een groot plezier mee doen! Er is trouwens niets op tegen om een kant en klare nestkast te kopen: die kun je ook naar hartelust toetakelen! De vogels zijn alleen geïnteresseerd in de grootte van de vliegopening en het droogzitten. Én de pindanetjes natuurlijk.
METSELWERK
Spetterbak!
Wat ook leuk materiaal is voor cadeautjes in de tuin is cement. Ik koop snoeischaren alleen als er een zgn. blisterverpakking omheen zit: dat is een prachtige mal voor een snoeischaar van cement. Wij gebruiken ze als presse-papier op de tuintafel - zo waait de krant niet meer weg. Leg de mal zó neer dat de bovenkant waterpas ligt, in een bodempje zand of op wat propperig krantenpapier. Zandcement van Beamix is gemakkelijk aan te maken (met water) en bijzonder geschikt voor dit fijne werk. Schep een laagje cement in de mal en leg er ter versteviging een reepje gaas in of wat ijzerdraadjes. Vul de mal af met cement. Door er zachtjes tegenaan te tikken kunnen luchtbelletjes ontsnappen. Dat moet je een tijdje volhouden, anders wordt het gatenkaas. Laat het cement zeker twee dagen drogen (met ongeduld kun je veel verprutsen, weet ik), haal dan de cementvorm uit de mal en schuur de randjes zo nodig een beetje bij. Ook zandtaartvormpjes kun je gebruiken: leuke markeringen voor gepote bloembollen. Eenmaal uitgehard zijn ze ook absoluut vorstbestendig. Een vogelbad is ook niet moeilijk en nu eens niet in de vorm van een blad, maar glad en rond. Maak de vorm die je wilt hebben in een bergje zand in een teil(tje), leg er dun plastic in en giet daarin een laag cement. Met een oude lepel "veeg" je er de vorm in. Laat even rusten en schrijf er dan (met een schroevendraaier) in: Beter één vogel in dit bad dan tien in de lucht. Of: Ha! Spetter! Wederom goed laten drogen.
En nu ben ik zó moe van al dit geknutsel, dat ik met mijn Heggenmussen een winterslaap ga houden. Tot maart!


November 2002

zondag 10 november 2002

MEEGROEITUIN

In míjn tuin …

... zijn drie kinderen groot geworden en de tuin is met hen meegegroeid. We begonnen met gras omdat dat zo lekker zacht is voor mollige babypootjes. En al gauw kwam er een zandbak met een rand van boomstammetjes om op te zitten. Vráchten zand zijn daarin verzet. Later had het gras veel te lijden van het zwembad dat we er in de zomer opzetten. De pergola was er vooral voor de schommel. In die jaren kwam de tuin er bekaaid af: zij moest zichzelf maar zien te redden, want mijn tijd en belangstelling gingen vooral naar de kinderen. Er trad een zekere verwildering in.
Maar toen mijn drietal op eigen benen naar school kon, kwam er weer ruimte voor de tuin. Het versleten gras werd ondergespit en de zandbak leeggehaald: we maakten er een vijver van.

Daar lagen ze na schooltijd weer op hun knieën in de tuin, turend naar schaatsenrijders, bootsmannetjes en salamanders. En net als Dik Trom maakten ze hengeltjes van een stokje, een touwtje en een rood lapje om kikkers te vangen. Prachtig! hoe fel de kikkers op die lapjes afsprongen en er zich fanatiek in beethapten! Maar er is nog zoveel meer te ontdekken voor opgroeiende kinderen en in de tuin zag ik ze steeds minder. Ik kon naar hartenlust nieuwe aanwinsten aanplanten: niemand viel er meer in.
We maakten een vlonder op de zonnigste plek, waar we konden zitten, eten en zonnebaden. Want met het toenemen van de middelbareschoolleeftijd kwamen ze voor deze genoegens graag weer terug in de tuin.
Inmiddels zijn ze volwassen en gaan hun eigen weg. De rol van onze tuin lijkt in hun leven uitgespeeld. Maar dan weet de jongste, nota bene in Amsterdam, een benedenwoning te bemachtigen - mét een tuintje! Zelfs onder het raam aan de straatkant is een strookje grond beschikbaar! Bij ons eerste (werk)bezoek zie ik een Vlaamse gaai op haar schuurtje landen. In de boom voor haar huis hipt een ekster door de takken en op een van de boten in de gracht zit een reiger! Dit kind heeft het geschoten: ze zit midden in de Amsterdamse natuur.

Behalve het schuurtje, een paar honderd buren en veel klimop herbergt het tuintje geraniums, een hortensia, sedum en longkruid en érg veel zevenblad. Dat laatste moet er natuurlijk helemaal uit en dan kan er wat anders in. Mijn handen jeuken - had ik nou ook maar wat tuingereedschap meegenomen. "Eerst het huis, mam!" waarschuwt mijn dochter. Ja natuurlijk, en het is háár tuin. Ik schakel terug. Ze wil te zijner tijd graag technische adviezen, zegt ze. Oké. Maar als ze naar huis komt, kijken we wat ze leuk vindt en waar een stukje af kan: plukjes uit mijn tuin zullen weer met haar meegroeien - in háár tuin.

November 2002