zaterdag 10 augustus 2002

HELP! EEN HOND!


In míjn tuin …

... waan ik mij heer en meester en veilig. Maar dat is betrekkelijk.
12 November 2001: op de oprit komt mij een grote zwarte hond tegemoet, hard blaffend en grommend. Doodeng. "Kssjt!" zeg ik, maar dat helpt niet. Even later bedenkt de hond zich toch en gromt de tuin in. Snel loop ik naar de stoep. Er staat een man op de hoek en als ik vraag: "Is dat úw hond?" komt hij er zowaar aan. Het duurt even voor de hond de weg terug gevonden heeft en ik begin een monoloog over aanlijnen, bang zijn, mijn eigen tuin en dat kán toch niet! De man kijkt mij ernstig aan, zegt: "Voet, zit, meekomen!", draait zich om en loopt weg, mét hond.
Even bijkomen. En de gemeente bellen over hoe het nou zit. Honden moeten binnen de bebouwde kom aan de lijn en ik ben niet de enige met klachten, hoor ik. Voor de politie heeft dit geen prioriteit. De pakkans voor losse hondenbezitters is dus niet groot - voor mij en andere 'weerlozen' des te groter!
Ooit werd ik door een hond gebeten. Dan moet je naar de dokter voor een tetanusprik en zien dat je je kapotte broek vergoed krijgt. De schrik zat er goed in.
Toen wij logees hadden met een hond, verbanden wij onze Soezepoes gastvrij naar berging en achtertuin. Maar zodra zij zich daar vertoonde, riepen onze gasten: "Poes! Kijk dan, poes!!", waarop de hond zich blaffend en gillend tegen het raam wierp en onze poes van schrik bijna van de pergola viel. Díe zagen we voorlopig niet meer terug. Wat een succes! Láchen! 't Was wel een nette hond: tijdens de maaltijd had hij keurig één poot op tafel en na het eten likte hij de borden van de gasten schoon. Hij mocht dan ook op de helft van de bank liggen, waardoor wij wel wat krap zaten dat weekend.
Soezepoes is er niet meer: doodgebeten door een loslopende hond. Datzelfde lot trof ook één van de twee (aangelijnde) teckels van mijn zus.
Laatst ging ik boodschappen doen. Toen ik de achterdeur op slot deed begon het geblaf al en op het paadje brak de visitehond van de buren dwars door de planten heen en versperde mij luidkeels de doorgang. Gelach alom, maar niet van mij en de hond maakte ook geen vrolijke indruk. Met een "Sorry!" sleurde zijn baas hem weer terug. Het zou zo makkelijk anders kunnen.
De aangewezen plek!
13 November 2001: ik veeg het blad op de oprit bij elkaar. Achter mij hoor ik een vriendelijke stem: "Goedemiddag!" Het is de man met de grote zwarte hond: aangelijnd! "Mooi!" roep ik ze na, "Bedankt!" "Niets te danken," roept de man terug en mijn dag kan niet meer stuk: iemand met begrip voor een bang mens. Ik heb óók begrip, voor honden, en mijd het Ten Boerster Bos (niets te danken), maar hou ze in het dorp alsjeblieft aan de lijn, állemaal, dan hoeft geen hond zich meer bedreigd te voelen. Niet op straat - en ook niet in mijn tuin.

 Augustus 2002