woensdag 15 oktober 2003

WINTER IN AANTOCHT

Heggenmussen

Wat een prachtig rustig najaar hebben we! De zon verwent ons nog regelmatig met aangename warmte en het is droog, droog, droog. Dat betekent wel wat meer geloop met de gieter, maar daar zullen we toch aan moeten wennen. Want de al decennialang aangekondigde klimaatverandering zet er vaart achter. En zoals alles heeft ook dit verschijnsel twee kanten: de droogte kan een probleem opleveren, maar de zachtere winters kunnen in veel opzichten voordelen geven. Niet voor schaatsliefhebbers natuurlijk - maar gelukkig zijn daar de kunstijsbanen voor uitgevonden, dus daar hoeven we niet over in te zitten.
Klimaatverandering betekent trouwens nog steeds niet dat wij, tuiniers, niets meer tegen vorstschade hoeven te ondernemen. Want de beschrijving van een 'klimaat' is altijd het gemiddelde van wat zich op weergebied voordoet: de hoogste én de laagste temperatuur, de meeste en de minste neerslag in een bepaalde periode. Dus kom maar weer overeind: de tuin moet worden voorbereid op een paar dagen met zéér strenge vorst! En toch zeker een week onafgebroken regen en een paar weken absolute droogte! En twee keer '10' op de schaal van Beaufort!

Wintersilhouet van Eupatorium, koninginne-  of leverkruid
BLIJF DE WINTER VÓÓR
Controleer dus de klimplanten nog eens op mogelijke stormschade. Veel te lange uitlopers kunnen drastisch ingekort worden. Als je dat jammer vindt, hoef je ze alleen maar stevig vast te binden. Behalve stormen zou het ook nog eens kunnen gaan sneeuwen en een flink pak sneeuw kan je wandbegroeiing lelijk doen uitzakken. Span zo nodig een draad langs je klimop om hem stevig tegen de muur te houden.
De kuipplanten zijn al naar binnen, die overleven de winter wel. Maar sommige achterblijvers in de tuin hebben wat extra bescherming nodig. Zo moet je rozen 'aanaarden': leg rond de voet van de roos (boven de wortels) een heuveltje van compost of aarde, maar houdt de stam zelf vrij. Dat helpt al geweldig. Rozen op stam zijn extra gevoelig op de entplek: dat is de knobbel, vlak onder de kroon, waar de roos op de onderstam is 'geplakt'. De entplek moet goed ingepakt worden met bijvoorbeeld stro. Géén plastic zak eroverheen trekken, dan verstik je de boel. Breng de bescherming ook pas aan als het nodig is, want er gaat niets boven frisse lucht.
Vorstgevoelige planten bescherm je met een rol gaas eromheen die je vol gooit met droge bladeren. Het gaas met bamboestokjes vastprikken.
Potten op het terras hebben ook zorg nodig. Ik twijfelde eens over de aanschaf van twee mooie potten. "Zijn ze vorstbestendig?" vroeg ik aan de verkoper. Die wierp één blik in de voorste pot en zei: "Ja hoor! Vorstbestendig!" Verbaasd vroeg ik waar hij dat aan zag. "Er zit een gat in de bodem!" Dat leek mij niet de goede verklaring, maar omdat ik ze zo mooi vond nam ik ze natuurlijk toch mee. Voor de zekerheid heb ik er eerst een laagje noppenfolie in aangebracht, waarbij ik er voor zorgde dat het gat vrijbleef. Toen een laag scherven en potgrond erin en in elke pot een hosta voor de zomer en winterviolen voor de winter. Het gaat al jaren goed. Ik gebruik nu noppenfolie in alle potten, ook die van zink. Maar dat is dan weer gevoelsmatig omdat zink mij zo vreselijk koud lijkt voor mijn plantjes!

Belangrijke beestjes!
STROOIGOED
Verder is de hele tuin (behalve natuurlijk het gazon) gebaat bij een strooilaag van compost, organische mest en blad. Dat biedt bescherming bij vorst, schuilplaatsen en voedsel voor allerlei belangrijke beestjes (lieveheersbeestjes bijvoorbeeld) en niet in de laatste plaats een belangrijke verbetering van de bodemstructuur. Want daar moeten we uiteindelijk naar toe, met die klimaatsverandering: een bodem die vocht vasthoudt, maar ook een teveel aan vocht gemakkelijk kwijt kan.
Zuurminnende planten zoals skimmia's, rododendrons, azalea, coniferen en taxus krijgen een laag turf op de koude voeten. Als je nog turf over hebt kun je daar de volgende planten een plezier mee doen: rodgersia, lavatera, buddleia (vlinderstruik), hortensia petiolaris (klimhortensia), aconitums (monnikskappen). Hark in dit geval de turf licht in. Alliums stellen prijs op een afdeklaag van turf.
Pioenen houden vooral van een laag compost in de winter. Compost is altijd goed. We zouden dus ook eigenlijk allemaal onze eigen composthoop of -bak moeten hebben. Hoeveel groenafvaltransportkilometers (scrabble!) zou dat schelen?! Zo'n bak neemt maar weinig ruimte in, is snel te camoufleren met een rekje klimop of een wintergroene laurier. En bij gebruik volgens de gebruiksaanwijzing reukloos. De mijne is al zeker vijftien jaar 'in bedrijf', tot volle tevredenheid van mij én de tuin. Én de vogels: die mogen graag in de compost spitten.
Buitenstoel met kussen
TUINBEESTJES
Zodra in de zomer het broedseizoen erop zit gaan ze massaal met hun kroost op vakantie - Joost mag weten waarheen, maar ík zie ze niet meer. Tot ze in deze tijd van het jaar gezellig allemaal weer terugkomen in de tuin. Als je naar buiten kijkt friemelt het voor je ogen! Kennelijk moeten ze zelf ook nog wennen aan die drukte en al snel gebeurt het eerste ongeluk: een winterkoninkje ploft tegen het raam. Hij landt op zijn rug en de vleugeltjes trillen mee op het snelle ritme van zijn ademhaling. Hij leeft dus nog. Maar hoe hard is de klap aangekomen? Even bewegen de pootjes en wat later trekt een trilling door het hele lijfje. Die redt het vast niet. Moet je hem met één klap uit zijn lijden verlossen? Dat kunnen we niet - het winterkoninkje is mijn favoriet onder het vogelvolk. Maar ineens rolt hij van zijn rug op zijn buik - hoe is het mogelijk. Zijn kopje draait naar links, naar rechts en hij knippert met zijn oogjes - dat werkt allemaal nog. Verderop in de tuin passeert een kat, even in de gaten houden. Ha, die verdwijnt door de heg. Er komt steeds meer beweging in het winterkoningkopje, maar hij blijft plat op de grond zitten. Misschien heeft hij zijn pootjes wel gebroken en dan … rrrt! wég is ie! Een happy end. Wat moet je dus doen in een vogelnoodgeval? Niet te snel een genadeklap uitdelen, zorgen dat er geen kat in de buurt komt en de vogel vooral met rust laten. Sommige dingen moet je aan de natuur overlaten.
En andere weer niet: in de loop van november kun je de vogels een beetje gaan voeren zodat ze kunnen wennen aan de voerplekken en in de winter weten waar ze terecht kunnen. Er zijn trouwens nog meer dieren die ergens terecht moeten. Een egel overwintert graag onder een hoop takken in een stil hoekje van de tuin. Als de plek hem bevalt zal hij daar een comfortabel nest maken. Dan heb je al één slakkenvanger bij de hand! Salamanders overwinteren ook op het land. Soms zie je ze in de garage, achter wat opgestapelde stenen. Rustig laten zitten. Vissen laten zich naar de bodem van de vijver zakken omdat daar de temperatuur constant 4°C is. Voeren hoeft niet meer, maar zuurstof blijft belangrijk.
Tot na de winter!
Zorg bij vorst voor een open plek in het ijs, bij voorkeur met een ijsvrijhouder. Het kan ook met een beluchtingsapparaatje, maar dat kan vervelende gevolgen hebben voor vogels. Want ook als het hard vriest hebben vogels behoefte aan een bad en bij gebrek aan denkvermogen nemen ze een frisse duik in jouw open vijverwater om vervolgens te bevriezen. Dat is toch wel een triest einde, zelfs in de winter. Wacht met het uitbaggeren van de vijver tot het voorjaar want kikkers overwinteren graag in een laag modder onder in de vijver - ieder zijn meug!
En als je tuinmeubels hebt die er tegen kunnen zou ik ze lekker buiten laten staan: dat ziet er zo hoopvol uit, midden in de winter en wie weet, met die klimaatverandering, kun je er nog eens zitten óók!

Oktober 2003

vrijdag 10 oktober 2003

GEVONDEN

Bont zandoogje

In míjn tuin …
 
... heb ik regelmatig ander gereedschap nodig dan de typische tuinwerktuigjes in mijn tuinemmer. Spijkers, de hamer, schroeven (gewone of kruiskop), met passende schroevendraaiers, de duimstok, de schop, de bezem. En dat vind ik allemaal in de garage. Ik háál het niet, ik vínd het. Na een lange zoektocht langs dozen, bakjes en potjes in de diverse kasten en daartussen.
Dat krijg je als de kinderen de deur uitgaan. Er komen kamers vrij, ontdaan nu van de meest praktische meubelstukken en de leukste hebbedingetjes. Een klein puinhoopje van 'hoef ik niet meer' blijft achter en je bovenverdieping schreeuwt om reorganisatie. Ja, in figuurlijke zin ook een beetje!
Eerst een logeerkamer inrichten, voor als ze nog eens een weekendje terug willen. Dan een bibliotheekje: eindelijk alle boeken in nette nieuwe kasten met een gemakkelijke stoel ernaast. Eindelijk een terug-trek-plek … nu ze allemaal de deur uit zijn! De enorme lundiakasten, vijftig centimeter diep, waarin voorheen de boeken huisden, konden van de slaapkamer af, hoera, regelrecht naar de garage! Zodat ook daar gereorganiseerd moest worden. Maar daar hadden we nog even geen zin in. We zetten alles wat op de grond stond systeemloos in de kasten, bezemden de vloer ("Netjes, hè?!") en gingen leuk onze slaapkamer opnieuw inrichten.
Maar de ergernis over al het zoekgeraakte gereedschap nam per week toe. "Is dat kleine hamertje in Amsterdam blijven liggen? En ik weet zeker dat we dáár het stanleymes voor het laatst gebruikt hebben." Maar mijn dochter kon niets vinden en bij haar is alles nog overzichtelijk. Er zat niets anders op dan de garage op te ruimen. Op een mooie najaarsdag vatte ik moed. Kast voor kast leeghalen, schoonmaken en alles gesorteerd er weer in. Wat niet regelmatig gebruikt wordt in de verste kast en spullen voor 'dagelijks' gebruik dichterbij: dat scheelt een hoop krassen op de auto!
In de eerste kast vond ik het mooie originele stanleymes terug. Ik heb hem netjes naast het nieuwe knalrode mes gelegd. In de tweede kast, op de bovenste plank achter de autopoetsspullen, die hier kennelijk niet van hun plaats komen, vond ik het ouwe hamertje. Dan geven we de nieuwe aan een timmerlustig kind en kan de ouwe terug op zijn vertrouwde plekje op het gereedschapsbord.
Voortaan háál ik het gereedschap weer.


Het enige wat ik in de afgelopen tijd in de garage nog gevónden heb was een dagpauwoog, boven in een kast, met dichtgeklapte vleugels wachtend tot het weer voorjaar wordt, buiten in mijn tuin.

Oktober 2003