woensdag 10 maart 2004

HOOP

In míjn tuin …

... heb ik hoop begraven. Dat klinkt heel somber, maar het is beter zo. Begraven onder hoopjes blad: om de hoop vast te houden, en onder hoopjes koeienpoep: om de hoop te voeden. Want hoop kan zo maar in rook opgaan; dan is de hoop vervlogen en blijft je tuin hooploos, wat later hopenloos en uiteindelijk hopeloos achter.
Toen ik nog secretaresse was bij 'Lexicologie' (taal, taal, taal) in Leiden vroeg een medewerker mij eens: "Is het nou wezelijk of wezenlijk?" Ik keek hem meewarig aan en zei: "Het is hopenloos," waarop hij boos het vertrek verliet - domme secretaresses! Daar had ik mij even goed uit gered, want ik wist het zo gauw ook niet. En dus was er voor mij wezenlijk hoop, vond ik. Dat moest ik erin houden!
Zo is mijn tuin bezaaid met hoop en hoopjes, in heel veel soorten. Goede hoop en vage hoop, nog geen mierenhoop, maar natuurlijk wel bladhoopjes, composthoopjes en mesthoopjes en minuscule hoopjes humus: van de wormen. Ik zou nog warme hoop kunnen úítspreken (of nog erger), maar ik heb het liever in de tuin op de hoop van zegen, naast de hoop op regen. Hópen bloembollen heb ik er begraven - want daar is in het voorjaar de hoop op gevestigd.
Katten lopen te hoop om hun eigen hoop te begraven in de tuin. Op onze beurt hebben wij er een hoop katten en andere huisdieren begraven. In meer dan dertig jaar huwelijk en met drie kinderen sneuvelt er heel wat in die sector. Ze rusten overal onder de planten, onder een hoopje stenen uiteraard! Ter herinnering.
Soms wordt de hoop de bodem ingeslágen: bij strenge vorst, als de sneeuw zich nog niet opgehoopt heeft, of bij grote hitte als onverhoopt de regen uitblijft. Maar ik wanhoop nooit in mijn tuin want hoop komt altijd vanzelf weer ergens boven. Hopelijk. Anders wel als je de boel eens goed overhoop haalt. Dat stemt toch hoopvol?
Want hopeloosheid, daar doen we niet aan, hoor! Koester de hoop in de tuin en ook daarbuiten. Maar hoop nooit tegen beter weten in, dat heeft geen zin. Hoewel, ik ben een hopeloze hoper. Is er nog hoop voor mij? Wie biedt mij hoop? Het hoeft niet van de grote hoop - ik ben snel tevreden. Een beetje zon, wat plukjes groen: dat is al heel hoopgevend en dan blijft er ook nog wat te hopen over. Want hoop doet leven en zo lang er leven is, is er hoop - kom daar maar eens tussen!
In de hoop iedereen hiermee voldoende hoop te hebben gegeven verblijf ik, met vriendelijke groet, in mijn toch wel erg opgehoopte tuin!

Maart 2004