zaterdag 10 september 2005

KETEN IN DE KEUKEN


In míjn tuin …
… heb ik ook fruit. Dat voegt iets toe. De krentenboom is altijd mooi, hoewel 's zomers niet toegankelijk. Dan klétteren de krenten naar beneden tijdens het geruk aan de boom door tientallen vogels tegelijk. Die hebben een razendsnelle stofwisseling en de poep klettert net zo hard mee! Dat heeft ook een voordeel: de krenten zijn niet meer geschikt voor consumptie en dat scheelt een hoop werk. Want met fruit moet je 'iets doen'! Mijn omgeving volgt met belangstelling de ontwikkelingen in de kruisbes.
Begin juli is het zover: "Zijn ze al rijp?" "Próef maar," zeg ik onwillig. Mijn man zoekt er een uit, aarzelt even, maar steekt hem dan toch in zijn mond. Ik zie zijn gezicht vertrekken - 't is elk jaar weer even wennen! Maar hij herstelt zich en zegt: "Rijp!" Ik ben de klos. Dat wordt een middag 'keten in de keuken'!
Want jam maken is een beproeving. Van je conditie, je improvisatietalent en je bekwaamheid als huisvrouw. Menige pot jam van mijn hand is geëindigd in de yoghurt: te dun. Dus haalde ik eerst geleisuiker. Ik zou het nu eens goed aanpakken! De koelkast werd afgestruind op zoek naar potten met deksels. Ja, ik moet ze toch érgens vandaan halen.
Bessen (au!) plukken en schoonmaken: steeltje, kroontje; steeltje, kroontje; honderden kruisbessen gingen door mijn handen. Wassen en laten uitlekken. Dan meldt het recept: "Maak de vruchten fijn." Maar de pureestamper boog alleen maar door en ik halveerde de bessen één voor één met een aardappelmesje(!).
"Meng de vruchten met de suiker." Er kwam een raar luchtje vanaf, maar ik besloot te vertrouwen op de Keuringsdienst van Waren en bracht het mengsel al roerend aan de kook. "Vul de potten tot de rand met jam." Dat zou niet meevallen, met een pan vol kokend hete, sputterende smurrie, die ook nog eens snel verwerkt moest worden. Maar het aanrecht stond al vol met troep, die ik in de aanloop naar dit hoogtepunt gemaakt had en ik besloot in dezelfde geest door te gaan. Met twee pannenlappen pakte ik de pan en mikte op de gereedstaande potten. Álles zat eronder. Maar denkend aan de Keuringsdienst van Waren draaide ik snel de deksels erop en zette ze, onder alweer veel au-geroep, ondersteboven: de laatste tip in het recept.
Het was allemaal niet voor niets geweest. Mijn man was opgetogen toen hij de plakkerige potten op het aanrecht zag staan en ik kon mij nog net aan een plakkerige pannenlap vastgrijpen, toen hij zei: "Waarom planten we niet méér fruit in de tuin?"

September 2005