donderdag 15 september 2005

MET HET OOG OP DE WINTER

HEGGENMUSSEN
September is de stabilisatiemaand: wat voor weer we ook gehad hebben in de voorbije zomer, in september komt het met het klimaat altijd weer op orde. Trouwens, wat de één slecht weer vindt, is voor de ander perfect. Voor planten geldt dat ook. Mijn vaste witte lathyrus heeft gebloeid als nooit tevoren en in plaats van te verdorren na de bloei, zoals gebruikelijk bij de mijne, liep hij opnieuw uit en bloeit nu voor de tweede keer! Ik wist niet dat lathyrus zo’n liefhebber van kou en regen was. Of … komt het door de nieuwe stoeplantaarns, die zoveel meer licht verspreiden dan de oude?!
MEER LICHT, LANGER IN BLAD
Licht heeft wel degelijk invloed op het blad van planten en bomen. De bladeren vallen niet omdat het kouder wordt, maar omdat de dagen korten en er dus minder licht is. Let maar eens op, straks in november. Als er dichtbij een lantaarn brandt, zullen de bladeren aan die kant van de boom langer blijven hangen. Ik ben benieuwd hoe mijn lathyrus dat straks gaat oplossen: hij zal toch ook zijn rust moeten hebben, in de winter.
PLANTMAAND
Ondertussen is de grond nog lekker warm in september en ook nog wel in oktober. Daar kunnen we prima in planten en verplanten. Groot voordeel is dat je goed kunt zien wat je doet, nu alle planten ver uitgegroeid zijn. In het voorjaar blijft het toch een beetje gokken, met al die net uitgelopen plantjes. Geef de nieuwe aanplant in ieder geval royaal water en werk ook meteen wat compost door de grond. Dat is een eenvoudige manier om langzaam maar zeker de structuur van de grond te verbeteren. Géén mest meer toevoegen; dat komt in de winter wel weer.
Maak een kritische rondgang door de tuin, met pen en papier, en noteer tegenvallers en regelrechte mislukkingen. Geef ze een betere plek of deponeer ze fijngeknipt in de compostbak. Dat mág, hoor! Bovendien leveren ze zo nog steeds een bijdrage aan een mooie tuin, zij het op een iets andere manier. Doe vervolgens geen impulsieve aankopen om de lege plekken op te vullen, maar maak een weloverwogen boodschappenlijst. Bijvoorbeeld met behulp van een tuinplantenencyclopedie (ook te vinden in de bibliotheek), of tuintijdschriften. Daar vind je niet alleen beschrijvingen van planten, maar ook ‘kweek’adviezen. En kijk eens welke planten het in buurtuinen goed doen! Trek er gerust wat tijd voor uit; je zult er ook langer plezier van hebben. Natuurlijk is de verleiding groot om nú bloeiende planten te kopen. Fleurige hortensia’s, gevulde herfstanemonen, laatbloeiende clematissen. Maar probeer nog even iets verder te kijken: naar de komende winterperiode. Dan zijn ook de herfstbloeiers al lang weer vertrokken en ben je blij met alles wat nog groen is en kleurige bessen zijn méér dan welkom. Het is nu tijd om aan winterbessen te denken!
VOORUITZIEN

Malus 'red sentinel'
Pak het groots aan met een sierappel (Malus) en dan liefst een met knalrode appeltjes (bv. ‘Red Sentinel’), die lang blijven hangen. Maakt tuinkerstversiering overbodig! Maar een meidoorn mag ook (Crataegus monogyna). Die houdt op een zonnige plek zijn rode bessen vast tot januari. De meidoorn is ook als struik verkrijgbaar en een ideale vogelstruik met zijn beschermende doorns. Je kunt er zelfs een haag mee aanplanten. Bloeit wit in mei/juni. Met het oog op kerstmis is hulst (Ilex aquifolium) misschien een wat oubollige aanrader, maar tóch. Kijk eens naar Ilex meserveae ‘Blue Angel’: blad met een zweem van blauw, prachtige rode bessen, of Ilex meserveae ‘Blue Princess’, die zelfs nog meer bessen heeft dan de voorgaande soort. Ze blijven tot in het voorjaar aan de struik. Ook de dwergmispel (Cotoneaster) houdt zijn bessen de hele winter en dan kun je ook nog kiezen tussen een groenblijvende of een bladverliezende Cotoneaster.
Vuurdoornbessen
De overbekende vuurdoorn (Pyracantha) met rode, oranje of gele bessen, krijgt een nieuw elan als je hem gewoon als struik zijn gang laat gaan. Geef hem de ruimte en plant hem vooral niet vlak naast een pad, want hij heeft nu eenmaal gemene stekels. Zijn roomwitte bloemtuilen in de vroege zomer zijn prachtig en geuren ook. Een snelle groeier is de apebroodboom (Aucuba japonica), verkrijgbaar in effen groen of groen met gele vlekjes. Zowel het blad als de rode bessen (let op: alleen aan een vrouwelijke struik!) blijven de hele winter. Heb je ruimte en ook nog wat geduld, dan zou ik ook een ramblerroos aanplanten. Die levert weliswaar déze winter geen rozenbotteltjes meer, maar dan staat hij er alvast voor volgend jaar.
Sander's White
Uit ervaring weet ik, dat ‘Sander’s White’ een krachtige groeier is, mooie gevulde witte roosjes heeft en heerlijk geurt tijdens de bloei, die gevolgd wordt door rode botteltjes, de hele winter. Ook ramblerroos ‘Filipes Kiftsgate’ is een aanrader: met dezelfde eigenschappen. Voor schermpjes donkerblauwe bessen in januari kom je toch altijd weer uit bij ouwe trouwe klimop (Hedera helix). Een plant die zich zo langzamerhand bewezen heeft, ook in struikvorm. Probéér hem nou eens!
Hypericum, hertshooi, St. Janskruid
Hertshooi of St. Janskruid (Hypericum) heeft zelfs zwárte bessen en is een gemakkelijk struikje. Leuk om in een slinger door je tuin aan te planten. In het voorjaar kan de struik vrijwel bij de grond worden afgeknipt en loopt dan vlot weer uit. Je moet alleen geen hekel hebben aan geel, want hij bloeit met werkelijk stralend gele bloemen! Misschien moet je daar dan een paar weken langs kijken! Skimmia hoef ik niet meer te noemen, want die heeft iedereen al. Wist je trouwens dat er ook een Skimmia confusa bestaat? Die is inderdaad in de war, want hij bloeit wel, maar krijgt geen bessen. Even onthouden! En bergthee (Gaultheria), daar word je mee doodgegooid - wat niet wegneemt dat het nog steeds een van de leukste pottenvullers is voor de winter, met zijn rode bessen.
Let er eens op, bij de eerstvolgende ‘plantenjacht’, want in de winter ben je blij met dit verantwoord kleurgebruik in je tuin!

September 2005