woensdag 10 mei 2006

MUIZENISSEN


In míjn tuin …
IJzersterke fuchsia!
… is een speciaal hoekje ingeruimd voor kuipplanten. Want ik ben een hobby-tuinier en die willen álles uitproberen. Maar behalve exotische bloemen zijn er ook muizenissen.
Over het snoeien van de Oleander, die het van potplantje tot manshoge struik heeft geschopt, las ik elk jaar iets anders: verdraagt stevige snoei, alleen in model snoeien, vooral níet snoeien, de niet uitgekomen bloemschermen wegknippen, of juist ‘… aan de plant laten’. Gemakshalve koos ik uiteindelijk voor níet snoeien. Vroeger sjouwde ik hem naar de zolder, maar dat kan allang niet meer. En dus overwintert hij met lotgenoten bij het kleine steekraampje in de berging, tussen de vriezer en de fietsen. Zijn takken bind ik wat bezemachtig bij elkaar, zodat Plumbago en Fuchsia er ook nog bij kunnen.
Plumbago ofwel mannentrouw
De Fuchsia heb ik nog niet zo lang. Toen ik hem kreeg was hij één en al bloem. Ik dacht er nog net op tijd aan, hem voor de winter binnen te halen. Hij kreeg zelfs nog een snoeibeurt volgens het boekje, waarna ik er de hele winter geen omkijken meer naar had. Maar toen het al voorjaar was en er nog steeds geen beweging in zat, besloot ik maar eens aan zijn bast te krabben. Ja hoor! Helemaal bruin.
Vol schuldgevoel over het ‘geen omkijken’ nam ik hem mee naar de verste hoek van de tuin om hem aldaar, boven de compostbak, in verteerbare stukjes te knippen. Gelukkig was ik aan de bovenkant begonnen, want op tien centimeter van de wortelkluit keek ik opeens tegen een groen snijvlak aan. Och heden! Snel in een pot met verse grond ermee! En blóeien de hele zomer!
Daar kunnen mijn agapanthussen een voorbeeld aan nemen. Die staan graag krap in de pot, wat jaarlijks verpotwerk scheelt. Maar toen de bloei steeds meer achteruitging, besloot ik ze er toch maar eens uit te halen. De kleinste, een blauwe, huisde in een dure ornamentpot en wat ik ook probeerde: ik kreeg hem er niet uit. De hamer moest eraan te pas komen om de wortelkluit te bevrijden; er bleek vrijwel geen grond meer in te zitten. Hij kreeg een nieuwe pot, met dure potscherven over het afvoergat! De witte Agapanthus, twee keer zo groot, stond slim in een terracottakleurige plastic pot: dat scheelt enorm in het gewicht. Tijdens zijn overwintering in de garage lag er een hoopje grond naast. (Vlak boven de bodem had ik er een gat in gestoten.) Toen ik hem uit de pot haalde om hem te klieven, bleek er midden tussen de wortels een holletje te zijn uitgegraven, dat ‘gevoerd’ was met droge herfstblaadjes: een muizenholletje! Omdat het holletje verder leeg was, kliefde ik nog even door, zodat ik nu víer witte Agapanthussen heb: toch maar mede dankzij de ‘muizenissen’, in het kuipplantenhoekje van mijn tuin!

Mei 2006