vrijdag 10 november 2006

OP WARE GROOTTE


In míjn tuin …
… leven behalve veel planten ook veel dieren: vogels, muizen, salamanders, kikkers, katten, enzovoorts. En alles op ware grootte: de verhoudingen kloppen. Misschien val ikzelf een beetje uit de toon, met mijn eenmetertweeënzeventigeneenhalf en een iets meer dan bijpassende diameter. Hoewel, ik kan nog door het hekje. Niets aan de hand; de verhoudingen zijn uitstekend, in mijn tuin met planten en dieren.
Hoe anders vond ik dat in de dierentuin, met áán- maar ook áfgepaste gebiedjes.
Toen ik er een dag na ons bezoek aan terugdacht, herinnerde ik mij trouwens in de eerste plaats de onafgebroken stroom van mensen: voorbij de souvenirwinkel, langs de toiletten, door het restaurant, tussen de kinderboerderij en de bisons door naar de slingerapen en dan omhoog, om de elanden van bovenaf te zien; om de hoek naar beneden richting neushoorns en giraffen, gewoon met de stroom meedrijven naar de nijlpaarden, even uitblazen bij de olifanten en in het langslopen de kangoeroes kieken (zodat ze thuis rustig bekeken kunnen worden), waarna we gezamenlijk stoven in de vlindertuin en tenslotte massaal naar de haaien gaan. Maar dan is inmiddels de uitgang in zicht. Voor óns, de voyeurs. De dieren blijven achter, in hun nagebootste biotopen.
Want dat moet gezegd: alles is uit de kast gehaald om het de dieren naar de zin te maken. Voorzover ik dat als leek kan zien, vertonen zij dan ook natuurlijk gedrag. Op een hoop zand staan stokstaartjes op de uitkijk alsof het de woestijn zelf is. Volwassen olifanten beschermen een jong - ja, waartégen eigenlijk? - en apen vlooien elkaar ongegeneerd waar je bij staat. Geen dier lijkt zich bewust van de drommen nieuwsgierigen, de flitsende camera’s, de jengelende kinderen. Hoe ver rijkt hun gezichtsvermogen, hun bewustzijn? Wat weten ze van wat ze missen? Ach, wat weten wíj van wat we missen? En wat niet weet, dat deert toch ook niet?! De verzorging hier stijgt in ieder geval ver uit boven de verzorging op veel andere plaatsen in onze samenleving.
Zo draaien mijn gedachten in een kringetje rond. Ben ik vóór of ben ik tégen een verzameling dieren van over de hele wereld op zo’n heel klein stukje Nederland?
Misschien moet ik nog eens terug, op een miezerige doordeweeksedag, ergens in de winter. Om zonder afleiding van zoveel soortgenoten onder de indruk te komen van al die bijzondere dieren, die ik in ieder geval nóóit zal zien in mijn-tuin-op-ware-grootte!

November 2006