vrijdag 15 juni 2007

VEEG JE EIGEN STRAATJE SCHOON

Heggenmussen

De oprit bij ons huis moet opnieuw gelegd worden: de grindtegels kantelen op de wortels van de berkenboom. “Grindtegels zijn uit,” weet de stratenmaker en hij adviseert klinkertjes. “Met veel meer onkruid ertussen,” weet ik. “Ach mevrouw, twee keer per jaar even d’r bij langs … da’s geen probleem.” Toch laten we de grindtegels opnieuw leggen, want “…even d’r bij langs”, met een chemisch middel, dat mag niet meer.

Geen gif op de grindtegels!
VERBOD
Met ingang van 1 januari 2007 is het voor particulieren verboden hun bestrating onkruidvrij te maken met glyfosaat: het hoofdbestanddeel in o.a. Roundup Huis en Tuin en AA Wiedex. Deze middelen worden al sinds jaar en dag aangeprezen als ‘milieuvriendelijk’, ‘absoluut veilig voor mens, dier en milieu’ en ‘snel afbreekbaar’. Daarover zijn bij de Reclame Code Commissie klachten ingediend en die werden door de Commissie terecht bevonden. Toch bestaat bij de consument nog steeds het beeld van een veilig middel, wat een royaal en nonchalant gebruik ervan in de hand werkt.
In Nederland is Roundup het meest gebruikte onkruidbestrijdingsmiddel door particulieren, gemeenten en agrariërs en het gebruik ervan neemt per jaar toe. De ‘veiligheid’ van het product is gebaseerd op onderzoek, waarbij bepaald wordt bij welke hoeveelheid van een stof de helft van de proefdieren sterft binnen een bepaalde proefperiode. Er wordt niet gekeken naar niet direct dodelijke verschijnselen als bijvoorbeeld verlamming of aantasting van organen, noch chronische vergiftigingsverschijnselen die pas op langere termijn optreden. In een in Amerika verschenen rapport van het Ministerie voor Milieu en Volksgezondheid wordt o.a. melding gemaakt van oog-, huid- en inwendige aandoeningen.
DRINKWATERNORM
De problemen ontstaan door direct contact, maar ook door de verspreiding van glyfosaat via het grondwater in het oppervlaktewater en uiteindelijk in het drinkwater. Amerikaanse onderzoekers zien een verband met een verhoogd risico op lymfklierkanker, miskramen en ADHD. Onder dieren leidt Roundup vooral bij kikkers en andere amfibieën tot sterfte. Vissen ondervinden schade aan het immuunsysteem alsook genetische schade. Maar ook bomen en planten, waarvan dat niet de bedoeling is, sterven door toepassing van Roundup, omdat het middel ook via de bodem werkzaam is. In Denemarken wordt geadviseerd Roundup niet te gebruiken onder berken, els, iep, lijsterbes, sering, meidoorn en diverse soorten naaldbomen.
Door het intensieve gebruik over de hele wereld worden steeds meer onkruiden resistent en is steeds meer bestrijdingsmiddel nodig. Gifproducenten oefenen dan ook wereldwijd druk uit op overheden om de drinkwaternorm te versoepelen.
Extra verontreiniging van het oppervlaktewater treedt op wanneer veehouders hele weilanden, met sloten rondom, doodspuiten om nieuw gras te kunnen zaaien. In Nederland mag het doodgespoten gras na vijf dagen aan het vee gevoerd worden, terwijl Deense boeren in zulke gevallen problemen geconstateerd hebben bij het drachtig worden van hun koeien. Een rechtszaak in Denemarken resulteerde in de uitspraak dat het middel abortus kan opwekken.
OPRUIMING
Het Engelse ‘round up’ heeft meerdere betekenissen. De producent bedoelt waarschijnlijk deze: ‘opruiming’ houden onder. Hij heeft er een ‘allround’ middel van gemaakt! Hoog tijd om in te grijpen: veeg je eigen straatje schoon. Dát betekent: jezelf vrijpleiten. Pleit jezelf vrij van het toebrengen van ernstige schade aan het milieu!
Sinds 1 januari is het gebruik  voor particulieren dus wettelijk verboden, zij het met een ‘opgebruiktermijn’ van één jaar. Maar hoe eerder we stoppen met het rondspuiten van gif hoe beter.
Professionele gebruikers, waaronder gemeenten, met een spuitlicentie mogen het middel nog wel gebruiken, maar met mate en onder strikte voorwaarden. Door veel gemeenten wordt gestreefd naar het afbouwen van het gebruik van chemische middelen om uiteindelijk te komen tot een gifvrije onkruidbestrijding.
WAT TE DOEN
Onkruid op stoepen, straten én tuinpaden belemmert een goede afwatering, ondermijnt op den duur de verharding en het ziet er natuurlijk niet uit.
Bovendien (onkruid vergaat niet!) wordt het nooit vanzelf minder, alleen maar meer. We moeten er dus wel iets aan doen.
Verwijder het onkruid vóór zich zaad kan vormen. Regelmatig vegen met een stevige bezem maakt al veel verschil: jonge onkruidjes krijgen zo geen kans. Kleine oppervlakken kun je te lijf gaan met een voegenkrabber of een aardappelmesje. Er is ook een kleine staalborstel te koop, mét steel, die een goed resultaat geeft, zonder dat je ervoor op de knieën hoeft. Kokend water is een wat omslachtig, maar wel probaat middel. Ook het afgieten van de gekookte aardappelen op je straatje schijnt goed te werken. Wie toch graag wil spuiten, kan dit bij droog weer doen met een oplossing van één deel azijn op tien delen water: na een paar dagen heeft het azijnzuur zijn werk gedaan en kan het onkruid weggeveegd worden.
Aan apparatuur staan ons ter beschikking: de hogedrukspuit (kost wel veel water), de onkruidbrander en een stoomapparaat. Verstandig gebruiken allemaal!
Vooral regelmaat is belangrijk; dan heb je er het minste werk van.

Laten we ons eigen straatje schoonvegen, voor een beter milieu, want … er komen ook nog mensen ná ons.

Juni 2007

zondag 10 juni 2007

GEHEUGEN


In míjn tuin …
 
… hink ik vaak op twee gedachten. Grijp ik in of wacht ik af? Vaak wacht ik af en moet dan later ingrijpen, als het eigenlijk niet meer kan. Na meer dan dertig jaar tuinieren in mijn ouwe trouwe tuin zou ik nu toch zonder aarzelen moeten weten, wat er te doen is en wanneer!
Ergens in mijn hoofd heb ik een kamertje. Op het deurtje staat: geheugen. En daar moet déze informatie heen: volgend jaar éérst ingrijpen, dan afwachten. Nou, dat is toch niet zo moeilijk? En toch hapert er iets.
In het vroege voorjaar ben ik systematisch begonnen met het op orde brengen van de tuin. Duidelijk begrensde stukken ruimde ik op en voorzag ik vervolgens van koemestkorrels. Maar toen het begon te regenen, ging ik naar binnen, om de buien af te wachten. Toen het na weken droog werd, was de tuin al een eind op streek en waren de korrels opgelost. En met de beste wil van de wereld kan ik mij niet meer herinneren wáár ik die korrels gestrooid heb, laat staan waar nog niet.


In voorgaande jaren schoot ik snel in de laarzen van mijn man, als ik met de hogedrukspuit aan de slag ging. Nu hij gepensioneerd en wel óók zijn steentje bijdraagt, heeft hij die laarzen zelf nodig. Ik spring op de fiets en haal snel een paar nieuwe, want ik kan dat spuiten natuurlijk niet zomaar aan hem overlaten. Met mooie blauwe laarzen kom ik thuis. Maar als ik ze in de garage wil opbergen, blijkt daar al een paar groene te staan. In míjn maat. Dat is pijnlijk. Niet alleen ben ik dus vergeten dat ik al een paar hád, maar ook dat ik vind dat laarzen groen horen te zijn. Hoofdschuddend beziet mijn man het rijtje laarzen. Hij heeft het niet met mij getroffen. Maar ze terugbrengen wil ik ook niet - blauw is toch best wel leuk. En wat gênant zeg, om daar in de winkel zo’n verhaal te moeten afsteken. Dat gaat toch niemand wat aan, dat ik zo vergeetachtig ben! Ik heb dus nu laarzen voor mijn groene dagen én voor mijn blauwe!
Waar alle zaailingen van de Cleome (kattensnor) heen moeten, wist ik opeens ook niet meer. Noch de kleur die ze gaan krijgen. En dat terwijl ik het zaad speciaal besteld heb, bij meneer Plankeel van ‘Onze Eigen Tuin’. Maar als de vergeetmenietjes wit uitslaan van de meeldauw, kom ik gelukkig op het idee om ze allemaal uit te trekken en af te voeren … en zie: ruimte zát voor kattensnorren, in mijn ouwe trouwe tuin, die het maar weer zélf regelt!

Juni 2007