dinsdag 15 april 2008

OVER GIF EN ZUURSTOF

Heggenmussen


In mijn artikel ‘Veeg je eigen straatje schoon’, BC 06 2007, meldde ik een verbod op het gebruik door particulieren van glyfosaat, hoofdbestanddeel van Roundup, voor onkruidbestrijding op verharding. Hoewel de winkelvoorraden nog tot 1 januari 2008 verkocht mochten worden, kwam ik geen advertentie van dit middel meer tegen.
Het was dan ook een schrik toen ik in het magazine Binnen & Buiten, nummer 1 2008 van de Praxis, een paginagrote advertentie van Roundup aantrof. Het middel wordt aanbevolen voor bestrijding van onkruiden op niet-verharde ondergronden, zoals in bestaande beplantingen, onder hagen en, let op, moestuinen. “Ook vóór het planten in sier- en moestuinen is Roundup ideaal,” meldt de advertentie. En: “… al één week na de behandeling kunt u opnieuw zaaien of planten.” Ook in de moestuin dus. Eet u vooral smakelijk! Op de bestrating mag je het niet meer gebruiken, maar ernaast, tussen de sla en de worteltjes, mag het wel! Het werkzame bestanddeel is nog steeds hetzelfde: glyfosaat.
MONSANTO
Ik bel met het Ministerie van VROM (die M staat voor Milieu) en wordt doorverbonden met ‘Postbus 51’, waar een vriendelijke mevrouw minutenlang haar best doet om informatie te vinden omtrent een verbod op Roundup. Dat resulteert in een trage website: www.cbt.agro.nl en een snel telefoonnummer (0317-471810) van het CBT (College voor Toelating Bestrijdingsmiddelen) in Wageningen. Nadat ook hier eerst de traagheid van de eigen website werd vastgesteld, verbond de telefoniste mij door met een meneer, die mij minzaam meedeelde dat het bestrijdingsmiddel Roundup met glyfosaat in oktober 2007 is toegelaten voor professioneel gebruik tot juli 2012, dat het voor particulieren inderdaad verboden is voor gebruik op verharding, maar dat het verder, ook in de moestuin, voldoet aan de criteria. Ik kwam er niet doorheen, met mijn verbazing, noch met mijn verontwaardiging. Wel bood hij aan mij door te verbinden met een toxicoloog, maar ik begreep onmiddellijk dat ik het ook daartegen zou afleggen, met mijn sinds 1970 diep weggezakte kennis van de scheikunde. Met gewoon gezond verstand red je het niet tegen de machtige producent van Roundup, het bedrijf Monsanto. (Iets met ‘gezond’?)
Rest mij enkel nog een beroep te doen op úw gezond verstand om dit gif vooral te laten staan. Wie er meer over wil weten hoeft op Google maar ‘glyfosaat’ in te tikken voor een lawine aan (objectieve) informatie. Waarschuwing vooraf: je wordt er niet vrolijk van.

Om weer vrolijk van te worden: Calla palustris, dotter
ZUURSTOF IN DE VIJVER
Tijd voor een frisser onderwerp: de tuinvijver en zuurstofplanten. Zodra in het voorjaar de temperatuur oploopt merken we dat ook in de vijver: het water kleurt langzaam groen en verandert in spinaziesoep. Algen nemen hun kans waar! Zo vroeg in het seizoen heeft de zon nog vrij spel op het wateroppervlak en dat komt de algen goed uit. Maar drastische maatregelen, zoals het verversen van het vijverwater of het toedienen van chemische tuincentrumproducten, is niet meteen nodig. Algen gedijen in voedselrijk water met een aangename temperatuur en een laag zuurstofgehalte. Voor een belangrijk deel zullen de condities vanzelf verbeteren. Want ook de andere vijverplanten komen uit hun winterslaap en zullen veel voedingsstoffen opnemen. Ook de groei van al aanwezige zuurstofplanten komt op gang en daarmee de afgifte van zuurstof.
Zelf kunnen we de boosdoeners te lijf gaan door ze eenvoudig om een stok te winden en af te voeren. Al vrij snel zal de balans in het vijverwater zich herstellen. De schaduw van waterleliebladeren en hoger opgroeiende planten in en langs de vijver zullen de temperatuur van het water temperen en daarmee is de kans op explosieve algengroei vrijwel verkeken. Voer de vissen niet te royaal, want dat leidt tot overbemesting van het water. Leuke plantjes als kikkerbeet, met witte bloempjes, leveren een bijdrage aan de verschraling van het water doordat ze niet in de bodem wortelen, maar hun voedingsstoffen rechtstreeks uit het water opnemen.

Krabbenscheer in een klein vijvertje
Plant nieuwe waterplanten niet in potgrond, maar in speciaal vijversubstraat. Dek dit af met een laagje grint en plaats de vijvermand met de nieuwe aanwinst eerst in een bak met water tot er geen luchtbelletjes meer opstijgen. Zo kan de mand afgezonken worden zonder veel vertroebeling van het vijverwater.
Vul zo nodig de zuurstofplanten aan. Plantjes als aarvederkruid, fonteinkruid en smalle waterpest kunnen verzwaard met een  steentje de vijver in. Nog gemakkelijker zijn de drijvende zuurstofleveranciers, zoals gedoornd hoornblad, blaasjeskruid en krabbenscheer. Krabbenscheer kwam onlangs in het nieuws doordat het bij de aanleg van een nieuwe vaarverbinding bij Kiel-Windeweer verwijderd is, mét de eieren van de Groene Glazenmaker, een beschermde libellensoort, die haar eieren tussen de ondergedoken bladeren van de krabbenscheer legt. Zou dat geen aardig extraatje zijn, Groene Glazenmakers in onze tuin?!

Vooruit, dien de vijver zuurstof toe, verban het gif en geniet ‘natuurlijk’ van het voorjaar.

April 2008

donderdag 10 april 2008

BRUIDSSLUIER

In míjn tuin …

… geen polonaise als mijn dochter trouwt, aan het eind van de zomer, want dat doet ze in haar eigen woonplaats, Amsterdam.
 
De rode roos naast onze voordeur hoeft dus niet vervangen te worden door de witte rambler ‘Wedding Day’ (die trouwens in september hooguit nog wat nabloeit). Een bruidssluier (Fallopia) over de pergola’s was wel mooi geweest, zo eind september vol in bloei, maar met zijn onstuitbare groei voor één trouwdag misschien wat veel van het goede. Ook kunstgrepen om Narcis ‘Bridal Crown’ tegen de tijd van het huwelijk in bloei te hebben, zijn dus niet nodig. Hoewel ik natuurlijk altijd nog een kunstzinnige schikking met wat van die bolletjes op een schaal mee zou kunnen nemen. Nee, aan mijn tuin gaat dit feest voorbij.
Toch loop ik er spiedend rond, want het aanstaand bruidspaar zit niet stil tot de bruiloft en heeft zich een huis aangeschaft.
Geen peulenschil nu, in Amsterdam, en trots leidden zij ons rond in hun eerste eigen onderkomen. Er was veel waar wij ‘even doorheen moesten kijken’, maar met de hulp van de aannemer zal het een paleisje worden; dat staat wel vast! En bij een paleis hoort natuurlijk een dito tuin, van gepaste afmetingen. Daar was trouwens níet doorheen te kijken. “Dat wordt kerstbomen zagen,” constateerde onze schoonzoon in spe. Metershoge coniferen, die op de Veluwe niet zouden misstaan, domineren dit tuintje op het zuiden en hoewel het jonge stel een ‘bossige’ tuin voor ogen heeft, vinden ze één welgeplaatste boom (in het midden!) genoeg. De ‘bossige’ sfeer moet komen van een ongecompliceerde beplanting met vaste planten en struiken als buddleja en hortensia. Ik kan me daar helemaal in vinden en moest mijn neiging om alvast wat onkruid uit te trekken krachtig onderdrukken. Wel had ik mijn voorraad grote plastic potten meegenomen, waarin ze dierbare planten uit hun huidige tuintje kunnen meeverhuizen.
In mijn eigen tuin noteer ik in gedachten de planten die ik met hun zou kunnen delen. Als altijd loop ik weer hard van stapel - het huis moet natuurlijk eerst op orde en dan pas komt de tuin. Maar als we gaan helpen met de verhuizing kan ik misschien wel iets plantaardigs meenemen…
Wat dacht je van een bruidssluier, voor het geveltuintje naast hun deur?!

April 2008