vrijdag 15 augustus 2008

HUISMOEDER AANGEVALLEN DOOR KOOLMEES

Heggenmussen


… en na een schermutseling met nog een andere koolmees boven in een es opgepeuzeld. Uw verslaggever was erbij.
Aan het eind van een zomerse dag fladderde een bruin met oranje vlinder door mijn keuken. Het beestje landde in de gootsteen, waar ik onze spinnenvanger eroverheen kon zetten. Voorzichtig dichtdraaien en het zo gevangen insect kan aan alle kanten bekeken en gefotografeerd worden.
Huismoeder in spinnenvanger*
Dit handige apparaat, een doorzichtige ronde ‘vangbak’ met een steel, is verkrijgbaar bij Vivara (www.vivara.nl). Boeken over vlinders vind je in de boekhandel. In mijn boekenkast staat o.a. ‘Vlinders en rupsen’, een overzichtelijk boek van Thomas Ruckstuhl, uitgegeven door Tirion, met foto’s en beschrijvingen van dag- en nachtvlinders, maar ook van rupsen. Zodat je kunt opzoeken in welke mooie vlinder die ‘enge’ rups zal veranderen! En op Internet, www.vlindernet.nl, geeft de Vlinderstichting uitgebreide informatie over wel negenhonderd soorten.
NEDERLANDSE NAMEN
De vlinder in mijn gootsteen bleek een nachtvlinder te zijn: Noctua pronuba. Nederlandse naam: Huismoeder. Komt voor in heel Europa, op grasland en in tuinen. Afmeting: 26-29 millimeter. Overdag houdt deze vlinder zich graag op in huizen en schuren. Dat bleek ook toen ik mijn Huismoeder buiten losliet uit de spinnenvanger: in een boogje vloog ze om mij heen, terug de gang in! Ik begreep dat wel, als collega-huismoeder, maar ik vond toch dat ze beter een schuur kon zoeken en zette de Huismoeder opnieuw buiten de deur.
De volgende ochtend, toen ik de krant opraapte van de deurmat, zag ik twee koolmezen fel achter elkaar aan roetsjen en de voorste … had de Huismoeder te pakken. Ik rukte de deur open en riep: “Hééé!”, maar daar heeft een koolmees geen boodschap aan en met Huismoeder en al verdween hij, hoog in de es. Had ik haar nu toch maar op mijn aanrecht laten overnachten - zo’n naam, Huismoeder, krijg je als vlinder toch ook niet zómaar.

Geoogde Bandspanner
Eerder in het seizoen ontdekte ik uit de familie Geometridae (Spanners) een Geoogde Bandspanner. Die zou je in grote concentraties bij benzinestations verwachten, nu wij maandelijks de bandenspanning van onze autobanden dienen te controleren. Maar nee, deze nachtvlinder brengt de dag in rust door, met gespreide vleugels. Dat geeft je de gelegenheid om de prachtige bruine tekening op de witte vleugels uitgebreid te bestuderen. Hongaars borduurwerk met een randje Brusselse kant!
Op onze oprit trof ik onlangs een Bruine Beer aan (jawel!): Arctia caja.

Bruine Beer
De bruine voorvleugels van deze nachtvlinder vallen op door witte gekruiste dwarsbanden. De achtervleugels daaronder zijn helderrood met zwartomrande blauwe vlekken. Twee felrode streepjes sieren zijn grote harige berenkop. Al met al een van de mooist gekleurde vlinders van onze fauna, die je niet vaak te zien zult krijgen, omdat hij zich overdag bij voorkeur schuilhoudt in ‘lage vegetatie’.
In de brievenbus had een indrukwekkende nachtvlinder zich verschanst in een krant. Voor het eerst zag ik hoe groot een vlinderoog is! Maar dat is niet genoeg om het beestje te determineren.

'Brievenbusvlinder'*
Het is geen Hageheld (dan zat ie niet in de brievenbus), waarschijnlijk ook geen Kameeltje en hoewel hij rustig bleef zitten, leek het me toch geen Plakker. Een Drinker heeft een enorme behoefte aan water - dat vind je niet in een krant. Een Rood Weeskind dan? Ach, die Nederlandse namen van vlinders, daar kun je een roman mee schrijven. Wie weet ontdek ik ooit nog de naam van deze ‘brievenbusvlinder’ - indrukwekkend is hij tóch.
VLINDERPLANTEN
In augustus en september, bij zonnig weer en aangename temperaturen, kunnen we nog veel vlinders in de tuin verwachten. Zéker als je vlinderplanten hebt. Nummer één is natuurlijk de vlinderstruik, Buddleja, maar ook de eenjarige Verbena bonariensis scoort hoog, net als Eupatorium (koninginne- of leverkruid) en de bergamotplant (Monarda). En wie heeft er nu geen Sedum spectabile in de tuin! Ook afrikaantjes (Tagetes), lavendel, phloxen en de (herfst)asters worden bezocht. Ik hoop op veel dagpauwogen op de kaardebollen (Dipsacus), met als toegift in de winter een bezoek van puttertjes!
Heb je een voedertafel in de tuin, leg daar dan een rottende appel op: onweerstaanbaar voor dagpauwoog en Vanessa atalanta.

En om een gebaar te maken naar de vlinderpopulatie, die Huismoederloos achterbleef, zal ik een vlinderkast ophangen (een vogelhokje met spleetjes in plaats van een ronde invliegopening), waarin vlinders veilig kunnen overnachten.
Want ook op onze vlinders moeten we zuinig zijn.


PS In het septembernummer van het blad ‘Tuin & Co’, nu te koop, staat zoals altijd veel leuke en praktische informatie. Maar deze maand ook, in de rubriek ‘Lezerstuin’, een uitgebreide reportage met foto’s van mijn achtertuin. Aanbevolen!

Augustus 2008

* Bruine herfstuil. Hadeninae/Sunira circellaris

zondag 10 augustus 2008

MON JARDIN

In míjn tuin …
 
… bloeien rozen over de muur langs het pad, naast de staldeur, rond de waterput en tegen het huis, naar het slaapkamerraam, waar achter een hekje het gordijn zachtjes meebeweegt in de wind. Kamperfoelie verspreidt een heerlijke geur. Tegen de gevel kruipen hagedissen weg achter het blad van de wingerd en uit de cotoneasters klinkt gezoem van duizenden insecten, die zich laven aan de nectar.
 
Kilometers in de omtrek is geen sterveling te zien - een enkel vliegtuig bromt over, hoog in de blauwe lucht. Mijn tuin ligt nu even in Touraine, in Frankrijk. De merels, het winterkoninkje, de vink en de duiven klinken bekend, maar het ‘dudeljo’ van de wielewaal geeft het concert allure! We speuren de hoge bomen af, maar het is ons niet gegund dit schuwe vogeltje te ‘digitaliseren’. Hans Dorrestijn (Vogelgids) kreeg de wielewaal slechts driemaal te zien en die gaat er speciaal voor op pad! De meeste bijzondere vlinders zijn ons te vlug af, maar felgekleurde kevers willen soms wel even poseren. In de border langs het terras bloeien kruiden, waaronder een bijna witte lavendel. Die heeft de voorkeur van lichtgekleurde bijtjes; zij kunnen zich hier onopvallend bezatten!
De uitgestrekte tuin heeft charme. Grote gazons worden onderbroken door eeuwenoude bomen, heesterpartijen en fleurige toetsen van bescheiden borders, een lavatera olbia rosea, precies in een doorkijkje, en natuurlijk de rozen. De haag aan het eind van het gazon laat het uitzicht over het glooiende landschap vrij: graan en andere gewassen wisselen elkaar af.

Hier dus ^!
Midden in een graanveld prijkt een eenzame klaproos: een onbereikbare schone! Maar verderop staan de papavers voor het grijpen, soms velden vól. Ik neem één zaaddoosje mee voor thuis: een vrolijk souvenir. Want natuurlijk dwalen mijn gedachten wel eens af naar mijn eigen tuin. Stiekem hoop ik op wat buitjes, in Groningen, waar mijn planten zo droog in de harde klei zijn achtergebleven. En waar ik nog wat probleempjes moet oplossen. Zoals de klimop die achter de regenton van de muur gewaaid is en waarvoor ‘mon mari’ geen gaten in de muur wil boren om hem vast te binden. Ach, ‘mari’, dat hoeft niet meer: ik wil een róós achter de ton!
De vakantie heeft ons goed gedaan; direct na terugkeer sloopt mijn man de klimop, wég bij het vorig jaar geverfde hout!
En ík mag een roos, ah, que c’est joli! La douce France, in mijn Groningse ‘jardin’!
 
Augustus 2008