zondag 15 maart 2009

GRASSEN VOOR DE SIER

Heggenmussen


De verkiezing van dé vaste plant van 2009 is dit jaar groots aangepakt. Niet één plant, maar een hele groep valt de eer te beurt: de siergrassen! Beste planttijd: voorjaar!
KARL FOERSTER
Tot de jaren vijftig van de vorige eeuw werd in tuinen sporadisch gebruik gemaakt van deze grassen. In 1957 schreef de vooraanstaande Duitse kweker prof. dr. Karl Foerster (1874-1970) het boek ‘Einzug der Gräser und Farne (varens) in die Gärten’ en legde daarmee waarschijnlijk de basis voor een ‘nieuwe Duitse tuinstijl’, waarin veel gebruik gemaakt werd van siergrassen. In Nederland verluchtigde Mien Ruys haar borders met siergrassen.
Maar het gros van de tuiniers stond er argwanend tegenover. Saaie planten, vond men, zonder kleurige bloei, die waarschijnlijk binnen de kortste keren de tuin zouden overwoekeren. Meer iets voor de pioniers, zoals de onlangs overleden Henk Gerritsen, die in het landschap de ‘wilde’ planten zagen verdwijnen en daarom in ‘wilde’ tuinen trachtten de natuur vast te houden.
Helaas bleken veel planten eenvoudigweg niet geschikt voor toepassing in de tuin, waar de grond veel vruchtbaarder is dan de schrale weidegrond. Maar de belangstelling voor ‘natuur’ in de tuin was wel gewekt. En dus gingen kwekers op zoek naar planten met een natuurlijke uitstraling, die met succes in onze tuinen konden worden toegepast.
In Duitsland werd het kweken van siergrassen door een leerling van Karl Foerster voortgezet: Ernst Pagels. Ruim vijftig jaar was hij actief (Pagels overleed in 2007) in zijn kwekerij in Leer, waarbij hij, onder andere, meer dan vijftig Miscanthusselecties benaamd heeft.
PIET OUDOLF
In de jaren tachtig begonnen in Hummelo Piet en Anja Oudolf met de ontwikkeling van planten met een wild uiterlijk, die zich echter niet als zodanig gedragen. Bij hun kwekerij legden ze een voorbeeldtuin aan, waar de liefhebbers konden kennismaken met een nieuwe vorm van tuinieren. Trefwoorden: vorm, structuur, licht en beweging. Oudolf was natuurlijk niet als enige verantwoordelijk voor deze stroming, ‘The Dutch Wave’ genoemd, maar is wel één van de meest invloedrijke tuinontwerpers ter wereld. Hij is onder andere de architect van het Battery Park in Manhattan, New York, de herdenkingstuin voor de slachtoffers van 11 september 2001. Samen met Michael King schreef hij in 1996 hét standaardwerk over siergrassen en bamboesoorten (die ook tot de grassen behoren): ‘Prachtig gras, tuinieren met siergrassen en bamboes’. Er volgden meer boeken, maar de grassen komen in elk boek terug. Een bezoek aan deze tuin én kwekerij is een belevenis. Kijk voor meer informatie op de website: www.oudolf.com.
LIANNE’S SIERGRASSEN
Maar heel ver hóeven we niet te gaan, want in De Wilp in Friesland vinden we ‘Lianne’s Siergrassen’, een ontwerp- en adviesbureau met kwekerij en kijktuin. In 2006 is zij door de Koninklijke Vereniging voor Boskoopse Culturen benoemd tot Nederlandse plantencollectiehoudster van siergrassen.
Diamantgras
Dat betekent: een representatief aantal planten, van goede kwaliteit! Lianne kweekt ook zelf siergrassen en heeft daarnaast een kijktuin van 2500 m² waarin meer dan driehonderd verschillende siergrassen zijn aangeplant. Bijvoorbeeld in combinatie met vaste planten als Vernonia, Veronicastrum, Eupatorium (lever- of koninginnekruid), Aster, Sanguisorba (pimpernel), Thalictrum (ruit), Helenium (zonnekruid). Maar er zijn ook borders met uitsluitend siergrassen. Om er eens wat te noemen: Miscanthus (prachtriet), Carex (zegge), Molinia (pijpenstrootje), Briza media (trilgras), Calamagrostis brachytricha (diamantgras), Festuca (zwenkgras), Panicum (vingergras), Pennisetum (lampepoetsersgras), Stipa (vedergras). Informatie over Lianne’s Siergrassen is het makkelijkst te vinden via Google.
BIJ ONS
Ook in bestaande tuinen zijn voldoende toepassingsmogelijkheden voor grassen. Wie zich er in zijn tuin van afgemaakt heeft met een grindbak, krijgt met siergrassen een herkansing om er alsnog iets moois van te maken, zonder veel extra moeite. Want voor de meeste grassen beperkt het onderhoud zich tot af en toe voeding en zo nodig water geven en het na de winter tot vlak boven de grond wegknippen van de afgestorven stengels. Bij de groenblijvende soorten worden dan de dode stengels eruit geplukt. Klaar!
Lage siergrassen kunnen ook toegepast worden als bodembedekker en zelfs op kleur: Festuca glauca (blauw schapegras), Imperata cylindrica ‘Red baron’ (Japans (rood) bloedgras), Luzula nivea (sneeuwwitte veldbies).
Is er al een hoge beplanting, zet er dan eens een hoog siergras tussen. Of begin ergens achter in de border en plant dan in een wijde boog verschillende, in hoogte aflopende siergrassen, tot een paar meter in het gazon. Ook langs water geven (overhangende) grassen een mooi natuurlijk effect.
Zelfs op het terras kan gebruik gemaakt worden van deze vaste plant van het jaar. De meeste siergrassen doen het ook goed in potten, met op tijd voeding en water, en dat kan fraaie combinaties opleveren. Of juist een strakke belijning in één soort. Zo kan een gras ook uitgeprobeerd worden in bestaande beplanting.
Knip siergrassen nooit af vóór de winter. De bescherming van de oude stengels is nodig in koude periodes. Maar wat méér is: berijpt leveren ze een sprookjesachtig tafereel op, een betoverende tuin in de winter!
Een spannende uitverkiezing tot vaste plant, dit jaar. Kies uit talloos veel mogelijkheden en haal de natuur in de tuin!

Maart 2009

dinsdag 10 maart 2009

KLEURTJES


In míjn tuin …
... is het wachten nu op kleur: blauw, paars, geel, rood! Maar het wordt niet zó maar voorjaar. Soms lijkt het er even op, maar dan laat de winter zich toch weer gelden. Hij bezorgt mij een pijnlijke stijve nek. Nee, ik kan nu echt niet stofzuigen en ik installeer mij op de bank voor het raam. Plat.
De zon kriebelt mijn neus en ik doe mijn ogen dicht. Achter glas kun je ook bruin worden. En net als mijn tuin kan ik wel een kleurtje gebruiken. Boven mijn hoofd hoor ik mijn man met de stofzuiger en ik doezel weg op het rustgevende gebrom.
Als ik mijn ogen weer open doe, is de stofzuiger stil en de zon verdwenen. De lucht is loodgrijs; gaat het sneeuwen? Vanuit mijn horizontale positie zou ik dan zwarte sneeuwvlokken te zien krijgen, tegen de grijze lucht. Maar de wolken houden hun vlokjes binnenboord en ik zie een ander contrast. De stammen van onze ruwe berk steken prachtig wit af tegen de loden lucht! Zo heb ik het nog niet eerder gezien. Dit zijn óók kleuren, in mijn tuin. Het is een inspirerend schilderij, tot er een gouden rand in beeld komt die mijn ogen doet knipperen. Ik knijp ze dicht tegen de felle zon en gluur dan door mijn oogharen naar het nieuwe kleurpalet. Zwart zijn nu de stammen voor een flonkerende blauwe hemel. Dit beeld geeft energie en ik kom overeind. Misschien moet ik het stofzuigen beneden toch maar zelf doen, maar dat kan nog wel even wachten.


Hypericum: St. Janskruid of Hertshooi
Over de rugleuning van de bank zie ik een boeiend lichtspel in mijn tuin, die nog niet helemaal ‘aan kant’ is. De dorre blaadjes aan het St. Janskruid worden doorschijnend in het zonlicht en kleuren bijna rood. Z’n zwarte besjes glanzen met levendige lichtvlekjes en ik ben blij dat ze tot nu zijn ontsnapt aan mijn snoeischaar. De taxus slurpt het licht op, maar skimmia en laurier kaatsen het vrolijk terug. De kroezige bloemschermen van hortensia Annabelle laten de zon niet overal toe en vormen een interessante combinatie met de donkergevroren heg erachter. En dan zijn er de typische winter‘bloeiers’, die tot de laatste natte sneeuwvlok standhouden. De viburnum hangt vol met roze propjes en in de bergtheeplantjes fleuren nog de rode bessen, alsof het morgen kerstmis is. Ik zie zelfs iets blauws wapperen: winterviolen!
Kleur is er altijd! Opgewekt haal ik de stofzuiger. En als dát lukt, kan ik ook nog wel even de tuin in!

Maart 2009