dinsdag 20 oktober 2009

OVERWINTEREN IN DE TUIN

Heggenmussen
Herfst in de voortuin
Op zondag 25 oktober gaan we terug naar de wintertijd. ’s Ochtends is het daardoor nog even wat lichter, maar ’s avonds wordt het weer ouderwets donker. Het is menens nu; de winter nadert op dikke sokken! De natuur bereidt zich er zichtbaar op voor: veel bomen laten al bladeren vallen en het is een komen en gaan van wintergasten en trekvogels. Een mooi geluid om even bij stil te staan en naar boven te kijken: het gakken van de ganzen. Wie daar gevoelig voor is zou er melancholisch van kunnen worden. Ter afleiding is er dan gelukkig nog genoeg te doen in de tuin: ónze voorbereiding op de winter.

Bewaar afgevallen blad, liefst droog, om vorstgevoelige planten straks mee af te dekken. Haal door schimmels aangetast blad, zoals rozenblaadjes met sterroetdauw, wel zoveel mogelijk weg, want die schimmels willen we niet in de grond hebben. Hoe meer plantenresten kunnen blijven staan, hoe beter, voor kleine wriemelbeestjes én voor het wintersilhouet. Maar er is niets op tegen om al te ontsierende restanten af te voeren naar de compostbak. Het oog wil tenslotte ook wat, misschien wel juist in de winter, en smaken verschillen. Als er hier of daar nog ruimte is voor een leuke groenblijver is dat mooi meegenomen. Het is nu ook hét moment om een boom(pje) uit te zoeken met gloeiende herfstkleuren. Zolang het niet vriest, kun je doorgaan met planten en verplanten.
Op een rustige herfstdag is het een genot om nog buiten bezig te zijn en het planten van bollen op zo’n dag is een stuk leuker dan straks, op het nippertje, in kou en striemende regen. Gezien in Gardeners’ World: borders vól alliums tussen vroeg uitlopende vaste planten, zoals bijvoorbeeld Allium ‘Purple Sensation’: sensationeel!
Zoek nu ook vast een plek binnenshuis voor de kuipplanten die geen vorst verdragen, zodat ze bij dalende temperaturen snel naar binnen kunnen.

Behalve planten leven er in de tuin ook dieren. Over het algemeen kunnen die zich prima zelf redden, maar wat ondersteuning zo hier en daar kan geen kwaad. Soms is het al voldoende om er iets meer van af te weten, zodat je er rekening mee kunt houden.
Van vogels weten we zo langzamerhand wel waar ze in de winter behoefte aan hebben. Een schoon en droog plekje om te slapen, fris water voor een bad, maar ook om te drinken en een hele trits aan vetbollen, pindaslingers, zaden in maten en soorten en de aloude korstjes brood. In augustus werden we opgeschrikt door ‘het Geel’, een zeer besmettelijke ziekte, die deze zomer vooral onder zangvogels veel slachtoffers maakte, maar ook onder duiven en roofvogels. Het gaat om een parasiet die voorkomt in de mond en keelholte van vogels. Door een samenloop van omstandigheden, zoals warm weer en een slechte conditie van de vogel, kan deze parasiet een infectie veroorzaken, waarbij in de keel van de vogel geelwitte knobbels ontstaan en ook de ontlasting geel verkleurt: ‘het Geel’. De ziekte wordt voornamelijk door snavelcontact overgebracht en daarom werd aangeraden te stoppen met het voeren van vogels. Maar nu de temperatuur buiten flink is gedaald, is het besmettingsgevaar evenredig afgenomen en wordt juist weer aangeraden de vogels te voeren, zodat ze in een goede conditie de winter ingaan. Kijk voor vogelvriendelijke tips eens op www.vogelbescherming.nl.


Een niet zo hulpbehoevende
egel

Ook hulpbehoevend is een klein beestje met weliswaar geen hoge aaibaarheidsfactor, maar wel een groot vermakelijkheidsgehalte wanneerhet 'szomers, en dan vooral 's avonds, knorrend en snurkend door de tuin scharrelt: de egel. Ze komen in onze tuinen vaker voor dan vroeger, maar dat heeft vooral te maken met de verslechterde omstandigheden in hun natuurlijke leefomgeving. Zodra gevaar dreigt, rollen ze zich op en worden dan beschermd door zes- tot zevenduizend stekels! Ze slaan voor ons dan ook niet op de vlucht,net zo min als voor auto's en dat wordt uiteindelijk veel egels noodlottig.Ze staan al jaren op de lijst van bedreigde diersoorten. Hulp gevraagd dus! Zorg dat ze de tuin goed in en uit kunnen, via een opening van minimaal tien centimeter hoogte. Een slordig hoekje met takken en bladeren kan gebruikt worden om er een nest te bouwen. Maar er zijn ook luxueuze egelhuisjes te koop of zelf te maken. Op Internet is daarover veel informatie te vinden, tot en met bouwtekeningen en werkbeschrijvingen. Vanaf november/december tot maart/april zullen ze er graag hun winterslaap houden. Heb je een (open) composthoop, dan zou daar ook zomaar een egel in kunnen overwinteren. Even controleren als je er iets mee wilt doen!
Vanaf eind september tot de vorst kunnen egels bijgevoerd worden met speciaal egelvoer, meelwormen, fruit, een gekookt eitje, kattenbrokjes of kattenvoer uit blik. Die laatste twee, daar moet je waarschijnlijk bij blijven zitten, zodat het niet in onrechtmatige bekjes verdwijnt. Zie maar eens. En beslist geen schoteltje melk, maar gewoon fris water.

Padje!
Wie vijverwater in de tuin heeft, mag waarschijnlijk rekenen op overwinterende kikkers, padden en salamanders. Op vissen alleen als je ze er zelf in gezet hebt. Bij een diepte van minimaal tachtig centimeter kunnen vissen, de groene en de kleine groene kikker goed in het water overwinteren, mits er voldoende zuurstof is en er op de bodem donkere schuilplekken zijn, van stenen of hout, verzwaard met stenen. Door het water te beluchten zal het zuurstofgehalte toenemen, maar bij een totale bevriezing van het wateroppervlak moet daarmee gestopt worden om de verschillende ‘temperatuurlagen’ in het water niet te vermengen. Sneeuw op het ijs rustig laten liggen: dat remt het bevriezingsproces af. Vanaf nu dus liever niet meer in de vijverbodem rommelen: daar wordt geslapen!
Niet alle amfibieën (dieren die zowel op het land als in het water leven) overwinteren in de vijver. Padden, de bruine kikker en de heikikker, maar ook de meeste salamanders, zoeken een plekje dat graag wat natuurlijk begroeid is, of kruipen weg tussen stenen en hout. Als ze door ventilatieopeningen in een schuur of garage kunnen komen, is ook dat een prima overwinteringsplek. Wel oppassen als je daar hout of stenen wilt weghalen: er kan nog iets onder zitten!
Tot slot nog iets over het vlindervolkje. Er zijn speciale vlinderkastjes te koop, met lange smalle openingen. Misschien verleid je er vlinders mee, op een warm beschut plekje, en help je ze zo de winter door. Tref je ze aan in schuur of garage, laat ze dan stilletjes hangen of zitten, tot ze op een goede dag ineens verdwenen zijn.
Dan is de winter voorbij en beginnen we weer van voren af aan!

Oktober 2009

zaterdag 10 oktober 2009

FAMILIEGRAF


In míjn tuin …

... laat mijn man zich van zijn beste kant zien, soms, als de nood hoog is. En dan nog voor niks ook. Het valt niet mee om ‘de man van’ te zijn. Van een tuinierende vrouw, in dit geval.
Op een vroege zondagochtend lees ik Romke van de Kaa: ‘Alles kan wachten’. Ondertitel: tuinieren op ontspannen wijze. Een inspirerend boek, dat mooi aansluit bij de zondagsrust. In deel 1, ‘Beschouwingen, tips en gemopper’, is een stukje opgenomen over krabbenscheer. Deze probleemloze plant heb ik ook in mijn vijver en ik ben benieuwd wat Van de Kaa daarover te melden heeft.
Het stuk begint met een beknopte uitweiding over de voordelen van een vijver in de tuin en wat daarbij zoal komt kijken. Bijvoorbeeld hoe geschikt waterlelies zijn om met hun bladeren het water koel te houden. Hij waarschuwt echter voor te kleine vijvers met te grote waterlelies, waarvan het blad boven het water uitgroeit “... als handen boven een graf”.
Als ik naar onze vijver kijk en de vergelijking doortrek, dan hebben wij daar een compleet familiegraf, voor een gróte familie! Vele handen steken boven dit graf uit en ik besef dat het anders moet. “Weet je wat ik doe,” zeg ik tegen mijn argeloze man, “ik haal die waterlelie eruit! Steeds maar dat blad uittrekken, het water zie je niet meer en dat allemaal voor drie bloemen per jaar!” Mijn man is in één keer wakker en bij de les, op die vroege zondagochtend. “De wáterlelie eruit?! Geen sprake van! Ik zal dat blad er wel uittrekken - dan zie je het water weer. En dan zal ik het voortaan bijhouden!”
Overmand door daadkracht beent hij in zijn badjas de tuin in en ik zie hem knielen bij de familiegrafvijver! Alles kan wachten, maar dit nu even niet. “Val er niet in, met die dikke badjas,” roep ik hem na, “dan kom je er niet meer uit!” Verder doe ik er het gouden zwijgen toe, want ik moet het stukje nog even uitlezen. Van de Kaa eindigt met een ‘gouden tip’: hij beveelt de krabbenscheer aan om vijverwater helder te houden én te voorzien van zuurstof! Ik weet genoeg nu. Mijn man moet nog douchen - een goed moment voor het verwijderen van de waterlelie!
En de krabbenscheer en ik, wij zwijgen als het graf - het is hier nog lang geen graventuin!

Oktober 2009