vrijdag 15 januari 2010

WAT TE DOEN

Heggenmussen


Eerst een woord van dank voor de mannen op de strooiers en de schuivers, die dag en nacht in touw zijn om onze wegen begaanbaar te houden, zodat in dit barre winterweer niet álles stil komt te liggen: bedankt!!
En dan: wat toch te doen in de wintermaanden, als je zo graag tuiniert?! Het gemompel over een elfstedentocht in januari is weliswaar gesmoord in een deken van sneeuw, maar daar onderuit blijven toch bliepjes komen: het kan nog tot eind februari! Eén troost, als het winterweer werkelijk zo lang aanhoudt: dan zijn we twee, drie keer zo blij met de sneeuwklokjes, begin maart.

Bomen voor schone lucht: ook de kleintjes helpen:
Acer campestre, veldesdoorn
Gelukkig is er binnen alvast wat te doen. Zelf vette vogelhappen klaarmaken blijft een leuk werkje. Het hoeft niet in een netje, want je kunt het ook uitsmeren op een boomstam of er een toren mee stapelen op de voerplank. Als je op tijd, vóór de sneeuwbui, een doos ondersteboven op de grond hebt gezet, kan op die sneeuwvrije plek vogelvoer gestrooid worden voor vogels die liever niet op de voedertafel komen, zoals vink, zanglijster, kramsvogel en winterkoninkje.
En dan is het ook al weer tijd om na te denken over eenjarigen. Doe dat vooral thuis en niet in het tuincentrum, want dan loopt het gegarandeerd uit de hand. Bedenk alvast welke potten je ermee wilt beplanten. Wie gevoelig is voor trends en tuinmode, dient zich voor het komende seizoen te richten op de kleur groen, omdat we met ons allen terug willen naar ‘eerlijk, authentiek en natuurlijk’. Het liefst zouden we midden in de natuur willen leven, maar dan wel beschut. En omdat de crisis voorbij schijnt te zijn, vertalen we optimisme naar felle kleuren als oranje en geel. Dat u het maar weet. Allemaal uitkomsten van enquêtes.
Terracotta potten gaan prima samen met zo’n kleurschema, maar ze kunnen natuurlijk ook in een bijpassende kleur geverfd worden. Nú en binnen!  En geef dat oude tuinstoeltje dan meteen ook een lik van dezelfde verf, voor een pittig, optimistisch accent. Voor alle potten geldt: schrob ze lekker schoon.
Ga vervolgens met een boodschappenlijst op zaden uit. Als je nog niet precies weet wat het worden moet, noteer dan thuis in ieder geval de hoeveelheid, de kleur en de hoogte van de uiteindelijke beplanting.
Voor de meeste eenjarigen is er nog tijd genoeg om ze binnen vóór te zaaien. Maar Lathyrus odoratus, tabaksplanten (Nicotiana) en leeuwenbekjes (Anthirrinum) kunnen beter zo snel mogelijk binnen gezaaid worden. Deze planten hebben meer tijd nodig om in bloei te komen. Zaai altijd in speciale zaaigrond of verschraal potgrond met zand - er mag niet teveel voeding in zitten.
Eenmaal in het tuincentrum mag je je gerust laten verleiden tot de aanschaf van een leuk vogelhokje. Wij merken daar nog niet zoveel van, maar vogels gaan al heel vroeg in het jaar op zoek naar een geschikte broedplaats. Bovendien slapen ze er nu graag in. Ook in een zelfgemaakt kastje trouwens. En het timmert het prettigst in een opgeruimde omgeving, dus ruim eerst de schuur op. Met een warme jas en handschoenen is dat goed te doen en straks in het voorjaar ben je er heel blij mee, als het tuingereedschap weer gesorteerd voor het grijpen staat of hangt. Ook daar hebben tuincentra en bouwmarkten handige systemen voor.
Zodra de sneeuw gesmolten is, wordt het tijd voor een eerste rondgang door de tuin. Plantjes die de moed nooit opgeven, onkruiden dus, moeten ook nu verwijderd worden. Bloemstengels van het vorig jaar, die bezweken zijn onder het gewicht van de sneeuw, kunnen net zo goed meteen afgeknipt worden. Knip ze ter plekke in kleine stukjes en geniet van dit eerste tuinklusje! Natuurlijk speur je ook naar de eerste tekenen van leven, van het nieuwe tuinseizoen. Akonietjes, sneeuwklokjes - er moet toch al wat te zien zijn! Zoek naar geschikte plekken voor eenjarigen en probeer je te herinneren wat er dit jaar anders moet.
Het thema voor 2010, ook voor (lokale) overheden, is: ‘bomen voor schone lucht’. Met dat thema zou ook in veel particuliere tuinen nog wel iets gedaan kunnen worden. Vooral ook omdat er echt voor elke tuin, hoe klein ook, een passende boom te vinden is. En is het voor de lokale overheid misschien een idee om elke nieuwe woonwijk letterlijk te omringen met een groene bomen-buffer? Dat zou in ieder geval ook op afstand al de aanblik van stad en dorp zéér ten goede komen. Heel authentiek: het groen van bomen en struiken met daarbovenuit de kerktoren. Een gezonde omgeving voor de inwoners, daar moeten we naar toe. En iedereen zijn eigen boom in de tuin. Dan maar een paar tegels minder.
Een boom die goed aansluit bij het thema over schone lucht, is de watercipres: Metasequoia glyptostroboides. Die is dan ook uitgeroepen tot Boom van het Jaar 2010. Maar die zal ik u, gezien zijn afmetingen, niet opdringen. Oorspronkelijk kwam deze boom voor in China, waar men dacht dat hij uitgestorven was. Maar in 1941 werden toch nog levende exemplaren aangetroffen in West-China en nu komt de watercipres algemeen voor. Ook in Nederland is hij volkomen winterhard en op zijn plaats in onze natte zomers. De vlakke, groene naalden verkleuren in de herfst naar oranje en vallen dan samen met de jonge takjes af. Vast staat dat deze boom bij ons vijfentwintig meter hoog wordt, maar het kan ook veertig meter worden; dat moet nog blijken. Niet geschikt voor een klein tuintje dus, maar andere bomen zuiveren de lucht ook. Planten zodra de vorst uit de grond is.
Mij dunkt: genoeg te doen voor tuiniers in de winter!

Januari 2010

zondag 10 januari 2010

TACHTIG PROCENT

In míjn tuin …
 
... is het wachten geblazen, tot de winter overgaat. ’t Is als het leven zelf. “Tachtig procent van je leven,” doceer ik mijn dochter, “is wáchten!” Dat is niet wetenschappelijk onderbouwd, maar ik denk toch dat ik er niet ver naast zit.
Meestal komt er wel een eind aan het wachten, maar vaak wordt dat onmiddellijk ingeruild voor een ander wachten. Eerst wacht je op het startschot, later op de prijsuitreiking, op een nieuwe kans of gewoon op de bus naar huis.
Daar wacht je aan de telefoon: “Toe, neem nou op!” Blijk je te bellen met een callcenter en zet zo’n callgirl je ‘in de wacht’ met een irritant deuntje, waar je naar móet luisteren, anders weet je niet of je klaar bent met wachten.
Er bestaan zelfs speciale kamers: wachtkamers. Daar laten de wachtenden hun gedachten de vrije loop - meestal stil, soms hardop. Ze wachten op hun beurt, op de uitslag, op het vervolg, op betere tijden wellicht.
De post, daar kun je ook zo op wachten. Misschien een leuke kaart, of toch alleen de folder over de decemberzegels? Ach, die is ook best leuk en dan wacht je toch tot morgen: komt de postbode wéér!
Wachten op het voorjaar ...
Sommige mensen krijgen de wacht áángezegd; het werk is op. Zie maar hoe je er weer tussenkomt, want er zijn nog duizenden wachtenden vóór u. En de wachttijden lopen op. Daarom zijn er wachtlijsten uitgevonden. Zo weten degenen die de wachtlijsten moeten wegwerken precies wie waarop zit te wachten.
Niemand vindt het leuk, wachten. Het zal je beroep maar zijn: op wacht staan, tot je wordt afgelost.
Soms is het spannend: als je je kans moet afwachten. Zoals bij verstoppertje spelen! Met ingehouden adem wachten op het goede moment om de spurt te wagen. Buut vrij!! ‘Meneer Van Dalen wacht op antwoord’ en ik weet al lang niet meer waar dit ezelsbruggetje (want dat is het) voor staat. Gelukkig is er Google, zodat ik niet lang op uitleg hoef te wachten: het gaat over machtsverheffen en worteltrekken! Gebeurt dat eigenlijk nog, behalve bij de tandarts?
Ik kijk weer naar buiten. Zucht. Het is nog steeds winter en ik moet wachten tot het overgaat, samen met de lentebolletjes, die verstopt zijn in mijn bevroren tuin.

Januari 2010