zaterdag 15 januari 2011

DE BESTE PLANTEN EN DE BESTE WENSEN

Heggenmussen


Buiten is voor de tuinier in deze tijd van het jaar nog niet veel te beleven. Binnen kun je, als het meezit, genieten van het uitzicht op een besneeuwde of berijpte tuin, voor zover er nog voldoende oude stengels met vergane bloeiwijzen overeind gebleven zijn. Maar ook als de temperatuur weer boven het vriespunt komt, kan de tuin een aantrekkelijk beeld opleveren in alle tinten groen en bruin. Als dan ook nog de zon doorbreekt en twinkellichtjes rondstrooit, zijn deze dagen zonder tuinwerk redelijk door te komen.
Je kunt je zelfs weer een beetje voorstellen hoe het eruit gaat zien, de komende zomer. Misschien heb je wel ergens genoteerd wat er dit jaar anders moet. Zelf ben ik te rade gegaan bij de uitverkoren ‘vaste plant voor 2011’, want zo’n finalist, met al zijn kwaliteiten, mag natuurlijk in geen enkele tuin ontbreken. In 2006 viel de eer te beurt aan de ‘Iris’; in 2007 was ‘Hosta’ de gelukkige en in 2008 ‘Astilbe’. Heel overzichtelijk, die uitverkiezingen. In 2009 besloot men een plantengroep in opkomst eens flink in het zonnetje te zetten en met een breed armgebaar werden de ‘siergrassen’ verkozen tot vaste plant van 2009. Daar raakt een mens van in de war, zoveel winnaars in één keer. Toch is dat ergens goed bevallen, want het jaar erop ging de eer naar ‘keukenkruiden’: vaste plant van 2010! Nergens interessante artikelen te lezen over dat éne keukenkruid in het bijzonder; dat maakt de keuze lastig. Toch lijkt het de afzet van de prijsplant - een flink segment in de plantenbranche - geen windeieren te leggen, want dit jaar wordt door de Vereniging van vaste plantenkwekers de ingeslagen weg verder bewandeld met ... de groep vaste planten die geschikt is als snijbloem! Ofwel: die als snijbloem te schikken is.

Paeonia 'Sarah Bernhardt', pioen
Tot mijn verrassing staan ook de siergrassen weer in het rijtje én zijn de andere negentien winnaars met name genoemd. Dat scheelt een hoop gezoek voor de bloemschikkers onder ons. Daar komen ze: Alcea (stokroos), Alchemilla (vrouwenmantel), Aquilegia (akelei), Aster, Campanula (klokjesbloem), Delphinium (ridderspoor), Echinacea (zonnehoed), Gypsophila (gipskruid), Helenium (zonnekruid), Kniphofia (vuurpijl), Liatris (lampenpoetser), Paeonia (pioen), Penstemon (schildpadbloem), Phlox paniculata (vlambloem), Physostegia (scharnierplant), siergrassen, Solidago (guldenroede), Verbascum (toorts), Verbena bonariensis (ijzerhard) en Veronica (ereprijs).
Dat wordt een reuzenboeket, met die stokroos erin! Evengoed stuk voor stuk prachtige planten! Maar: met grote stappen gauw thuis. Hoeveel categorieën vaste planten zíjn er, om de komende jaren nog verkozen te worden tot vaste plant van het jaar!
Alcea, stokroos
Enfin, wie aan de slag wil met betrouwbare, sterke snijbloemen uit eigen tuin, kan met deze lijst eventuele hiaten in de tuin vullen. En daarna de vazen natuurlijk. Daar is ook nog wel iets over te melden.
Hoe houd je een boeket zo lang mogelijk goed?
Snijd de bloemen bij voorkeur ’s ochtends vroeg, wanneer de stengels volgezogen zijn met water. Dan is de celspanning groot en zijn de stengels het stevigst. Zet ze liefst meteen in een emmer water. Zorg voor een vaas die met warm water en soda schoongemaakt is en vul die met vers water. Snijd met een scherp mes de bloemstelen schuin af, zodat de waterkanaaltjes openblijven en tegelijk het opnamevlak zo groot mogelijk is. Blad en laaggeplaatste scheuten mogen niet in het water komen en moeten weggesneden worden. Voeg speciale snijbloemenvoeding toe; die is ook in ‘grootverpakking’ te krijgen. Zet je boeket niet in de buurt van fruit, waar het voor bloemen schadelijke ethyleen vanaf komt. Rook van sigaren, sigaretten en joints is ook voor snijbloemen niet gezond. Verder mag het boeket niet worden blootgesteld aan grote temperatuurverschillen en tocht, maar zet de vaas ’s nachts liefst op een koele plek. Tot slot moet het water regelmatig ververst worden, waarbij de vaas wordt omgespoeld met kokend water. Dit alles zal in 2011, maar ook in de jaren die nog volgen, door de ‘vaste plant van het jaar’ zeer op prijs gesteld worden!
De niet-bloemschikkers staat het natuurlijk vrij om in de tuin ter plekke een groots boeket aan te planten met deze lijst van toppers.
Akelei
En dan! Is er nog ruimte voor een nieuwe trend? Want bolboompjes zijn ‘uit’ en meerstammige bomen zijn ‘in’. Zo kun je op afstand zien welke tuinier met zijn tijd meegaat en welke niet. Voor de trendvolgers: tot boom van het jaar in 2011 is verkozen de ‘Nothofagus antarctica’. Deze meerstammige antarctische beuk of schijnbeuk onderscheidt zich o.a. met witte lenticellen. Dat zijn de kleine ademende openingen in de bast van een houtige stam of stengel.
Bij het uitlopen van het blad, in april, verspreidt deze Nothofagus een zoete, kruidige balsemgeur. De zijtakken dragen vele rijen twijgjes, in een visgraatpatroon. Het blad is klein, met een golfrandje, en verkleurt naar goudgeel in de herfst. De boom groeit snel, tot een hoogte van acht meter, en is zeer geschikt voor daktuinen, bloembakken en kleine (stads)tuinen.
Tot slot de goede voornemens en de beste wensen voor 2011. Kan er nog één bij? Biologisch tuinieren!
Campanula medium
In 2008 werd een vierjarig convenant ondertekend door o.a. overheid, banken, boeren en supermarkten, met als doel: een jaarlijkse omzetgroei van minstens 10% in de biologische sector. In 2010 steeg de omzet zelfs met 20%!  Biologische voeding is een succes en een belangrijke stimulans voor de verduurzaming van de totale voedselmarkt.
Laten wij ook ons steentje bijdragen en onze tuinen verduurzamen door biologisch te tuinieren, zonder gif en kunstmest of mest van vee, dat genetisch gemanipuleerd voer krijgt.
Gebruik je eigen compost en bemest borders en gazon met biologische mest. Het afgemaaide gras kun je laten liggen; de grasmat voedt zich er zelf mee. Als de slakkenplaag niet meer in de hand te houden is, gebruik dan het biologisch bestrijdingsmiddel Escar-Go. Ook voor andere problemen van organische aard zijn biologische middelen beschikbaar. Of pers een (biologische) bol knoflook uit in een liter koud water. Aan de kook brengen, laten afkoelen, zeven, in een plantenspuit gieten en daarmee schimmels en insecten te lijf gaan. Ook sterroetdauw op rozen. Je kunt ook bij elke rozenstruik een teentje knoflook in de grond stoppen of een Alliumsoort planten, zoals bieslook. Deze bolgewassen brengen zwavel in de grond en dat doet het ‘m.
Zo belast je jezelf niet met giftige stoffen en is er ook geen onnodige belasting voor het milieu. Heb je ook fruit en/of groente in je borders, dan zul je het verschil zeker proeven en ruiken!
Een goed en gezond 2011!

Januari 2011

woensdag 12 januari 2011

JANUARI/FEBRUARI

TUINKALENDER                                                                                                                       


JANUARI/FEBRUARI

Laat, zolang het vriest, de tuin met rust.
Houd paden en stoep begaanbaar, liefst met zand.
Doe de vogels en jezelf een plezier met vogelvoer.
Druiven alsnog snoeien als het niet meer vriest.
Dat geldt ook voor bomen en struiken.
Een laagje compost kan altijd en kalk liefst vóór half februari. Biologische kalk kan ook gestrooid worden in combinatie met mest; anders moeten er zes weken tussen zitten.
Helleborus (kerstroos) is ook een liefhebber van kalk.
Denk na over eenjarig zaaigoed; ook via Internet te bestellen.
Als je niet langer wilt wachten, koop dan voorgetrokken bolgewasjes voor op de tuintafel. Bij vorst wel even afdekken of binnenhalen!
Bij zacht weer mag je alvast een beetje opruimen: wat op de grond ligt te verslijmen.
Lichtpuntje: de dagen gaan weer lengen!
Te kust en te keur ...

maandag 10 januari 2011

IJSELIJK

Nóg kouder: Denemarken!
In míjn tuin …

... rijgen de winterse dagen zich rond de jaarwisseling aaneen tot een lange sneeuwketting, versierd met vriespuntjes en bijeengehouden met winterbandjes. Buiten is het onafgebroken grijs en koud. Met pijnlijke vingers, waar al snel alle gevoel uit verdwijnt, pruts ik het vogelvoer met dunne touwtjes aan ijskoude takken. Ik ben een superkoukleum, maar dit móet, om nog enig leven in mijn tuin te halen - en te houden!


Binnen valt de kou van het tv-scherm af, waar horden mensen zich afbeulen tegen noordoostenwinden in, over kilometerslange ijsbanen. Ik ril in mijn wollen trui en haal er nog een vest bij. Als ik de tv heb uitgedaan, blijft de kou nog lang hangen. Het liefst rolde ik me in een deken, op de bank, maar gek genoeg gaat het leven gewoon door. We moeten naar buiten, voor boodschappen. En als de temperatuur in de auto boven nul komt, kan ik zowaar even genieten van de besuikerde vergezichten, de arme schapen in de sneeuw en de vlucht ganzen die een slaapplaats zoekt voor de nacht. Als de zon doorbreekt, gaan mijn gedachten zelfs even richting mijn wandelschoenen, maar dat duurt maar twee minuten; dan is de zon alweer weg. En ik zak terug in mijn lethargie (1. ziekelijke slaapzucht; 2. (fig.) toestand van geestelijke ongevoeligheid, ongeïnteresseerdheid, inactiviteit), die pas zal afnemen als de temperatuur weer toeneemt.
Was ik maar een beer, of een egeltje; dan kon ik alle winters overslaan en alleen in de andere jaargetijden leven, waarin het ook voor planten de moeite waard is om de oogjes open te doen. En ik hoor niemand meer over de opwarming van de aarde. Was er niet nog een andere variant? Die van een terugkerende ijstijd?? Zijn we wel slim bezig, met het terugdringen van de CO² uitstoot? Zou ik toch niet beter de verwarming op 25ºC kunnen zetten?! Ach, je weet het niet. Mijn hersencellen draaien nu natuurlijk ook op een laag pitje - geen goed moment voor het nemen van afwijkende beslissingen. Ineens moet ik denken aan het gesprekje, ooit in Denemarken, met de uitbater van een ‘Kiosk’, die ons ‘pølserbrød’jes (worstenbroodjes) verkocht. Hij bleek een Noor te zijn, die vanwege de Noorse kou naar Denemarken was geëmigreerd! Wat is alles toch betrekkelijk.
Ik steek mijn neus boven mijn kraag uit; ik moest maar eens naar buiten. Op zoek naar sneeuwklokjes, tussen de sneeuwvlokjes, in mijn ijselijke tuin!

Januari 2011