zaterdag 11 juni 2011

JUNI/JULI

TUINKALENDER

Het wordt zomer ...

JUNI/JULI

 Houd de vogeldrinkschaal gevuld en geef potplanten dagelijks water, bij voorkeur uit de regenton en eenmaal per week met vloeibare mest.
 Planten die ’s ochtends nog steeds slap hangen even ‘bijtanken’.
 Sproei de tuin alleen als het echt niet anders meer kan: één keer per week, een uur lang.
 Blijf onkruid wieden en uitgebloeide bloemen (van doorbloeiers) verwijderen.
 Spuit luizen weg met water en verwijder slakken.
 Noodzakelijk snoeiwerk zoveel mogelijk uitvoeren in de schaduw.
 Steun hoog opgroeiende planten op tijd en blijf de klimmers aanbinden.
Stekjes van mijn getopte Phlox
 Nu tot op de helft terugknippen voor een latere, maar stevige bloei: sedum, phlox, eupatorium. De afgeknipte toppen kunnen makkelijk gestekt worden in een potje met potgrond, in de schaduw.
 Maai het gras in droge perioden niet te kort en laat het maaisel liggen.
 Bezoek de tentoonstelling ‘Dutch Wave’, van 17 juni tot 14 augustus, in Openluchtmuseum Het Hoogeland in Warffum, over het werk van Piet Oudolf, Henk Gerritsen en Ton ter Linden: tuinieren naar de natuur.
 Pas op voor verbranding, maar geniet natuurlijk wél van de zomer. Fiets een rondje over het Hoogeland en zie hoeveel tinten groen er zijn!

... en stop even voor een glas appelsap!

vrijdag 10 juni 2011

VERRASSING!

Heggenmussen


Een nieuwe krentenboom,
Aconitum lamarckii
Het leven is vol verrassingen, zeker óók voor een schrijvend tuinier. Soms zijn ze onaangenaam, zoals wanneer de wilgenhoutrups bijna al je bomen aantast, waaronder de favoriete krentenboom. Maar misschien is daarna de verrassing wel des te groter, als je een nieuw krentenboompje vindt, al flink aan de maat en vol trosjes krenten op uitdagende lange steeltjes: wie doet ons wat! Naast de stronk van de gekapte lijsterbes groeit fier en verrassend snel een nieuwe loot: je kunt hem bijna zíen groeien. Misschien kan hij straks door het gat in het trellisscherm, dat we om de stam van zijn onfortuinlijke voorganger hadden geknutseld. En of het nog niet genoeg was, verraste mijn zo toegetakelde appelboom mij door op precies de goede hoogte naar links én naar rechts uit te lopen. Door deze uitlopertjes langs een horizontale bamboestok te leiden, zal alsnog het oorspronkelijke doel bereikt worden: een platte leiboom!
Nóg een verrassing: ik werd ‘ontboden’, ter redactie van deze krant, voor een kennelijk dringende mededeling. Altijd weer spannend: een tikfout is snel gemaakt! Maar mijn attente redacteuren onthaalden mij op een prachtig boeket ter gelegenheid van deze honderdste aflevering van de ‘Heggenmussen’! En dat wilden ze ook nog graag vastleggen op de gevoelige plaat, buiten voor het pand van Blue Mule. Ter hoogte van de verkeerslichten. Heel wat automobilisten hebben het tafereel gadegeslagen, want mij heb je niet zomaar op de foto. Gelukkig duurt het tien jaar, voor er wéér honderd Heggenmussen geschreven zijn!
De Amaryllis van mevrouw Arkema
En toen belde mevrouw Arkema uit Ten Boer: “Je moet beslist gauw komen!” Want ook zij was verrast, door een in de kelder vergeten Amaryllis. Met wit blad kwam het bolgewas ver na kerstmis (de gebruikelijke bloeitijd) alsnog in het licht te staan. Toch kleurde het blad groen en aan de stengel verschenen maar liefst vijf knoppen, waarvan er op de foto al vier open zijn: rode bloemen met een witte streep!

Late Clivia
Op mijn eigen zolder bivakkeert al jaren de te groot geworden Clivia, elk jaar in februari met één bloemstengel. Dit jaar heeft Clivia besloten ook maar eens uit te pakken met een verrassing: twee bloemstengels, in mei. Hulde aan de laatbloeiers!


En het bleef maar verrassen, de afgelopen weken. Twintig prachtige gele rozen kreeg ik, als dank voor een artikel over de passie van de gulle gever, omdat er zulke leuke reacties op waren gekomen. Je zou er verlegen van worden.

Voor nog meer verrassingen, en dat geldt voor iedere tuinier, hoef je in deze tijd van het jaar maar naar buiten te lopen. Ondanks de droogte van de afgelopen maanden, maar misschien wel dankzij hier en daar een beetje bijgieten, is het een feest van kleuren en geuren. O, die geuren! De lelietjes van dalen woekeren door de hele tuin met hun onaantrekkelijke blad en dan ben je al gauw geneigd er snel een paar uit te trekken. Maar als ze bloeien, begin mei, met hun heerlijke geur, zou je er de tuin mee vol willen hebben. Niet doen, hoor! Want in juni is het de beurt aan vele andere planten, die minstens zo lekker ruiken.
Mme. Alfred Carrière,
geurige grootbloemige klimroos
Eerst de lucht in, met een paar klimmers. Een blauwe regen (Wisteria sinensis) moet je vooral onder je open slaapkamerraam aanbinden, voor zoete dromen. Als hij na de bloei gesnoeid wordt, bloeit hij misschien in september nog een keer. Er is ook een blauwe regen met witte bloemen. Sterk geurend in de avonduren is de kamperfoelie. De wilde kamperfoelie, Lonicera periclymenum, ruik je zelfs op honderden meters afstand. Wel opletten bij de aanschaf: niet alle kamperfoelies geuren. Voor (klim)rozen geldt dat ook en als je helemaal zeker wilt zijn van rozengeur, ga dan in juni op een zonnige dag naar een kweker of een voorbeeldtuin, zoals De Beemd in Warffum, en ‘keur’ de rozen op kleur en geur. Nog een hoge geurbrenger is de Toscaanse jasmijn (Trachelospermum jasminoides). Deze tot zes meter klimmende heester is groenblijvend en draagt van juni tot oktober witte stervormige bloemetjes. Eigenlijk is het een kuipplant, maar op een beschutte plek, die in de winter droog blijft, kan hij tot vijftien graden vorst verdragen. Mocht hij de winterse kou bovengronds niet overleven, dan zal hij in het voorjaar toch opnieuw uitlopen. Laat je vooral goed informeren! Wie niet per se in zijn luie tuinstoel met geur bediend hoeft te worden en ervoor in beweging wil komen, moet eens gaan ruiken aan de bloemen van de klimhortensia, Hydrangea petiolaris. Een geurtje, zo subtiel, dat je er gemakkelijk aan voorbij loopt. Voor de liefhebber.
Pioen 'Sarah Bernhardt' vóór het ging regenen
Wandel door naar de geurende boerenjasmijn (Philadelphus coronarius ‘Aureus’ heeft ook nog eens mooi frisgroen blad) en van daar naar de pioenen (Paeonia) met hun onovertroffen geur, langs de Phloxen, (mmm, gewoon lekker!), en dan, als je ze toch geplant hebt, ondanks die verschrikkelijke leliehaantjes, door naar de lelies (Lilium) met hun zware, bedwelmende geur: ook voor de liefhebber. Wie niet alleen wil ruiken, maar ook nog proeven, heeft kruiden in zijn tuin. Het blad van kruiden geurt niet alleen in juni, maar het hele jaar. Van kruiden als lavendel, tijm en salie moet het blad opengemaakt (gekneusd of gesneden) en verwarmd worden om de geur vrij te maken. En passant wrijven tussen je vingers kan natuurlijk ook. Nog meer aanraders voor een kruidige rand zijn oregano en rozemarijn (niet gegarandeerd winterhard). In potten op het terras kan basilicum gezaaid worden. Munt móet zelfs in een pot, gezien het hoge woekergehalte. En gezien het plukgemak voor een paar blaadjes in de thee!
Goudbladige jasmijn, Philadelphus aureus
Het wordt tijd om deze honderdste ‘Heggenmussen’ te beëindigen: buiten lokken de geurige verrassingen!

Juni 2011

donderdag 9 juni 2011

ECHTE NATUUR

In míjn tuin …
... heb ik aardig wat aan natuur bij elkaar gebracht, dacht ik. Bomen, struiken, bloemen, groenten, fruit en dat alles doorkruist door vogels van divers pluimage en de wereld aan insecten. Met watertjes voor kikkers en salamanders is het één en al natuur, dacht ik.

Terschelling
Onlangs vertoefde ik twee dagen in een andere tuin: logeren bij het gezinnetje van mijn dochter, die vakantie vierde op Terschelling. Prachtig weer, lieve mensen en een geweldige omgeving: échte natuur.

Fazant                                                          foto: A-M

Onder je voeten veerden de keuteltjes van de konijnen, die er in groten getale rondhuppelen.
Ik vond een echte fazantenveer. Misschien wel van de fazant die verantwoordelijk was voor de schare kuikens, die met moederfazant rondscharrelden door het hoge gras, langs de randen van dit stukje duingebied. Onder een den lagen de restanten van voorheen een tortelduif; waarschijnlijk het slachtoffer van een buizerd. Vanaf het dak keek een hagelwitte meeuw belangstellend toe, tijdens ons ontbijt op het terras. Dochter en schoonzoon reageerden geschrokken toen de meeuw achteloos een broodkorstje kreeg toegeworpen: niet doen!!
Korstje ... lekker!
Maar het tumult was al losgebarsten: eksters, kraaien en nog meer meeuwen doken krijsend op uit de natuurlijke rust van het eiland. Gelukkig bleken ze net zo snel van begrip, toen er geen korstjes volgden.
Het enige wat in deze tuin bloeide waren wat piepkleine plantjes met nog kleinere paarsblauwe bloempjes en natuurlijk de den, met grote wijd openstaande dennenappels en een hoog kerstgehalte, brrrr. Welbeschouwd was de enige en mooiste bloem in deze duinpan mijn kleindochter van negen maanden.

       
Vanonder de snoezigste roze zonnehoedjes teutte zij er vrolijk op los en priemde haar wijsvingertje, soms allebei tegelijk, vermanend in de lucht of gewoon in haar neusje. Of in de mijne, maakt niet uit.


Haar aanwezigheid leidde de aandacht van tuinoma flink af van de ontnuchterende werkelijkheid in de echte natuur, al was het toch nog even schrikken toen we, onderweg, zagen hoe een meeuw zo’n schattig pluiskonijntje te grazen nam! Ik dacht dat meeuwen vis aten (lagere aaibaarheidsfactor), maar het zijn dus gewoon roofvogels! Even overwoog mijn schoonzoon in te grijpen, maar pluisje was al niet meer te redden. Het zou de meeuw bovendien niet gestoord hebben: konijntjes genoeg hier.

Weer thuis stak ik mijn neus in een van de roze pioenen, die ik in míjn natuurlijke omgeving geplant heb. En even rook het bijna nét zo lekker als mijn kleinkindje, onder haar roze zonnehoedje, daarginds in die écht natuurlijke tuin.
Juni 2011