donderdag 21 juli 2011

TUINFOTO'S 2011

TUINFOTO’S


Zomer in de achtertuin


met beestjes:


de bruine glazenwasser op clematis Ville de Lyon

 een bruin zandoogje op een witte muur


vanessa atalanta drinkt water
slak op weg naar de moestuin





vanessa atalanta op hortensia Annabelle


onschuldige zwarte spin: met blauwe oogjes (dubbelklik)

braaf beestje: hij bijt niet, hoor!
persicaria: wespenplant!

zaterdag 9 juli 2011

JULI/AUGUSTUS

TUINKALENDER


ZOMER!!

JULI/AUGUSTUS

 Bemest in juli de rozen nog een keer, vooral de doorbloeiers
 Ga door met het wegknippen van uitgebloeide bloemen.
 Waar de grond nog steeds niet bedekt is: onkruid wieden en iets moois planten!










   Vermijd het gebruik van Roundup voor de bestrijding van onkruid; met de hand of verdunde azijn lukt het ook en dat is wel zo veilig.

Jááááa ... met worteltjes!
 Wacht met het planten van ‘iets moois’ tot na de vakantie.
 Laat de tuin verzorgd achter voor de tuinoppas, zodat het een plezier is om er water te geven.
Rosa Bonica

Alcea
Geranium 'Patricia'


 Mijn moeder heeft haar druif aangebonden met tuinijzerdraad nadat “... de vogels alle touwtjes kapotgepikt hadden!” Ook in mijn eigen tuin zag ik een mus verwoed aan een touwtje trekken: nestmateriaal.
Kitaibelia vitifolia krijgt bezoek
 Met regelmatig een bijhoud-rondje door de tuin loopt het onderhoud niet uit de hand.
 Maak foto’s: geheugensteuntjes voor volgend jaar.
 Geniet van je tuin én van die van anderen: www.hettuinpadop.nl.

vrijdag 8 juli 2011

'THE DUTCH WAVE': EEN ANDERE KIJK OP DE TUIN

Heggenmussen

Het jaar is net half om, maar wat hebben we al voorbij zien komen aan weersveranderingen: behalve winter, voorjaar en zomer in het voorjaar ook alweer wat herfst in de zomer! Bredero eindigde drie eeuwen geleden al zijn geschriften met het motto: “’t kan verkeren” (het kan veranderen). Dat is niet veranderd, in driehonderd jaar: het kan nog steeds, veranderen, zéker het weer. In de zomer willen we mooi weer, genieten van onze tuin en er niet dagelijks krom liggen, maar liefst gestrekt, op een loungebed, zoals de stretchers van tegenwoordig heten. Het is in het voorjaar wel druk genoeg geweest, met het op orde brengen van ons landgoedje, het mesten en wieden, het zaaien, planten en opbinden en niet te vergeten het vele snoeiwerk vóór de langste dag.

Natuur op de tuintafel:
nimf van de groene stinkwants
Nu dat allemaal achter de rug is, komt het er vooral op aan ons stukje natuur bij te houden. Gras maaien, uitgebloeide bloemen verwijderen en uitlopertjes in ons snoeiwerk gauw even wegknippen. Tijd om op vakantie te gaan, (tuin)boeken te lezen of om andermans tuin te bezichtigen en inspiratie op te doen. Voor inspiratie is een bezoek aan de tentoonstelling ‘Dutch Wave in Warffum’ in Openluchtmuseum Het Hoogeland aldaar ook een goed idee.


Zo’n vijfentwintig jaar geleden kwam er in ons land een beweging op gang, waarin de natuur centraal stond en als uitgangspunt diende voor het aanleggen en onderhouden van tuinen. Gelijkgestemden zochten elkaar op, wisselden ideeën en planten uit en filosofeerden over de mogelijkheden die de natuur onze tuinen zou kunnen bieden en andersom. Het was een totaal nieuwe visie op de kunst van het tuinieren, die ook in het buitenland veel indruk maakte. De Zweedse botanicus Rune Bengtsson noemde dit verschijnsel ‘The Dutch Wave’, de Nederlandse Golf. Voortrekkers van ‘The Dutch Wave’ waren tuinmannen als Henk Gerritsen, Piet Oudolf, Ton ter Linden en Rob Leopold.


Het boek ‘SPELEN MET DE NATUUR’ (1993) van de in 2008 overleden Henk Gerritsen kreeg als ondertitel: de natuur als inspiratiebron voor de tuin. Van Gerritsen zijn meer boeken verschenen, ook in samenwerking met Piet Oudolf. Maar in het bijzonder aan te bevelen vind ik zijn ‘magnum opus’ ( januari 2008): ‘BUITEN IS HET GROEN’, over zijn “... tuin in beweging”. Prachtige foto’s ook. In Schuinesloot heeft hij samen met zijn in 1998 overleden vriend Anton Schlepers een droom waargemaakt: de Prionatuinen. Uitgangspunt was het tuinieren met inheemse planten, om zo nog iets te redden van de wilde flora, die in hoog tempo aan het verdwijnen was. Het bleek pionierswerk, met in het begin veel tegenvallende resultaten.

Hommel op 'droomplant'
Geranium macrorrhizum
Piet Oudolf, die in Hummelo samen met zijn vrouw Anja kwekerij De Koesterd  was begonnen, ging in Europa, maar ook ver daarbuiten, op zoek naar zaden van wilde planten om daarmee in hun proeftuinen te experimenteren. Inheemse planten wisten zij te verbeteren tot effectieve tuinplanten: sterk, weinig onderhoud behoevend, veelzijdig én met een natuurlijke uitstraling. Samen met Henk Gerritsen schreef hij over de nieuwe generatie tuinplanten: ‘DROOMPLANTEN’.

In Duitsland hielden kweker Karl Foerster en zijn opvolger Ernst Pagels zich al veel eerder bezig met het kweken van grassen: een belangrijke aanvulling voor de natuurlijke tuin, waarin er veelvuldig gebruik van gemaakt wordt. In Ruinen hield Ton ter Linden zich bezig met ‘impressionistisch tuinieren’ en legde het resultaat vervolgens vast in aquarellen. Zie zijn in 1995 verschenen boek ‘TUINIEREN UIT DE KUNST’.

Schilderachtig én uit de kunst:
Rosa 'Albéric Barbier'
Tuinieren is voor hem “... werken met de natuur”: net als de andere ‘Dutch Wavers’ gebruikt hij geen chemische bestrijdingsmiddelen en ook geen chemische meststoffen. Met het in de tuin halen van de natuur veranderde ook het inzicht omtrent het winterklaar maken van de tuin. Tot dan toe werden alle plantenresten tot op de grond afgeknipt, waarna een dikke laag turf werd opgebracht als bescherming tegen winterse kou. Met het nieuwe inzicht: alles natuurlijk laten afsterven, is er nu ook in de winter veel te beleven en te genieten van berijpte of besneeuwde plantenresten. En niet alleen door ons: ook voor allerlei dieren worden natuurlijke tuinen interessante leefgebieden. Het is een wisselwerking. 
Rob Leopold, overleden in 2005, was een van de drijvende krachten binnen de ‘Dutch Wave’ met zijn filosofie en de zaden die hij kweekte voor zijn bedrijf ‘De Cruydt-hoeck’, waarvan velen nog wel een ‘DIKKE ZADENLIJST’ in de kast zullen hebben staan met interessante en vaak ook geestige beschrijvingen van talloze planten. Maar ook waarschuwingen als “Niet zaaien in de natuur” (om de ontwikkelingen in de natuur zo natuurlijk mogelijk te houden), gevolgd door “En: niet graaien in de natuur” (dat spreekt voor zich). Leopolds beschrijvingen van wat men van de zaden kon verwachten, waren dan ook vaak onweerstaanbare uitnodigingen tot een bestelling!
Zelfgezaaid: zwarte korenbloem
De ‘Cruydt-hoeck’ wordt voortgezet door Jasper Helmantel en Jojanneke Bijkerk, mét een dikke zadenlijst voor liefhebbers, maar nu op internet.

Tot de ‘Dutch Wave’ moeten veel meer ‘natuurlijke tuiniers/kwekers’ gerekend worden dan de hierboven genoemden. Vaak was het tuinwerk hun broodwinning, maar anders dan in veel andere beroepen was hier geen sprake van concurrentie. Bevindingen werden met elkaar gedeeld en besproken; men vond elkaar in een gezamenlijk streven en een gezamenlijke passie voor de natuur.

Misschien was de ‘Dutch Wave’ een logische ontwikkeling in de jaren zeventig, een exponent van de tijd. Het heeft ons in ieder geval meer bewust gemaakt van het belang van de natuur, óók voor onze kleine stukjes grond. Ecologie in de tuin: goed voor mens, milieu en natuur.

Natuur in een pot: klein eenjarig grasje: hazestaartje
Bezoek de tentoonstelling ‘Dutch Wave in Warffum’ (tot 14 augustus), zet een gemakkelijke stoel in de tuin, desnoods een loungebed, en lees, voor de verandering, over natuurlijk tuinieren. Fijne zomer!

Juli 2011

Enkele van de banieren in Museum Het Hoogeland in Warffum: een uitgebreid overzicht van het ontstaan van een nieuwe manier van tuinieren in woord en beeld.





donderdag 7 juli 2011

KRENTERIG

In míjn tuin …
... was ik toch zo blij met het nieuwe krentenboompje: vier meter hoog, goed vertakt en vol met groene en rode krenten! Ik was niet de enige. O, wat waren de vogels blij! Want die hebben een printje in dat kleine koppie met de exacte gegevens van wanneer en waar de krenten klaar zijn. Dat printje is ook nog eens overerfelijk.
Onze vorige krentenboom bleef de eerste jaren gevrijwaard van hongerige vogels. De krenten doorliepen het hele rijpingsproces, van groen naar rood naar bijna zwart en ik maakte er jam van. Maar op een dag werden ze door vogels gespot en sindsdien struinde er elk jaar een stoet van duiven, merels, spreeuwen, mussen en mezen door onze boom, tot alle krenten, nog rood, op waren.
Een blauwe grasparkiet,
zonder ervaring met rode krenten
Tja en als je dan op de plek van de verloren gegane boom een nieuw exemplaar zet, is dat vragen om ongelukken. Een blauwe grasparkiet keek alleen wat onwennig rond. Maar de eerste duif landde met een gevaarlijke zwieper op de onderste tak. De krentenboom van mijn dochter was zo een tak kwijtgeraakt - dat moest ik zien te voorkomen. Een dun ritselzakje van de Hema in onze krent: dat zou de duiven wel afschrikken. Ja hoor, voor één dag. Daarna zaten ze er gewoon gezellig naast. Mijn man wist iets beters en bond repen aluminiumfolie aan de takken. Het duurde twee dagen voor ze ook deze afschrikkers trotseerden. Ondertussen had ik de grootste takken schuin aan de stam vastgebonden, zodat die niet konden afbreken. Geen punt voor de duiven: die zochten het hogerop en ja hoor, daar bungelde het eerste takje, boven in de boom. Gelukkig stond het boompje nog in zijn tijdelijke behuizing, een speciekuip, en konden we hem kantelen, zodat de top binnen handbereik kwam. We spalkten de gescheurde tak en ‘verbonden’ hem met de top - misschien was ie nog te redden.

Nu zijn duiven domme vogels, die ook maar wat aankoeren op dunne takken, maar zelf was ik toch ook wel dom bezig. Zolang die fleurige krenten in de boom hingen, zouden de duiven blijven komen, met hun printje, en even later brak dan ook de top uit de boom! Toen begreep ik eindelijk wat ik al meteen had moeten doen: kantelen en krenten plukken. Voorlopig houden we onze krentenboom in de ‘kantelbak’ en oogsten de krenten groen, tot zijn takken de duiven kunnen dragen. Dán maar even een krenterige tuin ...
Juli 2011