donderdag 5 mei 2011

MEI/JUNI

TUINKALENDER
De frisheid van de voorzomer ...

MEI/JUNI
 Laad de accu’s van de draadloze heggenscharen op tijd op.
 Want na half mei mag de buxus gesnoeid worden, op een bewolkte dag.

 Dan mogen ook de kuipplanten en de zomerbollen dag en nacht buiten blijven.
Geef voldoende water met eens per week vloeibare mest.
Let op luizenplagen en spuit ze weg met water in zo’n handige zelf-oppompen-planten-hogedrukspuit.
Haal uitgebloeide bloemen weg en ook al het onkruid.
Verzorg het gazon met maaibeurten en voeding en steek de graskanten strak af.

 Verwijder paardenbloemen met de hele penwortel door diep in de grond te steken.
En tóch is een regenton handig: in droge perioden is een voorraad leidingwater in de ton gemakkelijker dan gieters onder de kraan vol laten lopen. Bovendien heeft het water in de ton de juiste temperatuur en de houten ton raakt zo ook niet lek door de droogte.
Geef vogels hun eigen bad: voor spetterende feestjes in je tuin.
Algen in de vijver wind je om een stokje. Zorg voor zuurstofplanten (krabbenscheer!) en profiteer van het natuurlijk evenwicht.
Knip longkruid, pulmonaria, helemaal af. Je krijgt er fris blad voor terug.
Tijd voor de akeleien!
 




... onbetaalbare hulp bij het watergeven!

COSSUS COSSUS: EEN GEVAARLIJKE VLINDER

Heggenmussen

Zoveel mogelijk vlinders in de tuin, daar doen we allemaal ons best voor. Ze kunnen onze hulp wel een beetje gebruiken en wij die van hun ook: ze bestuiven onze planten en vrolijken ons op. Welk tuinboek je ook openslaat: voor de vlinders niets dan lof! Maar dan blijkt er toch plotseling een soort tussen te zitten die als rups niet genoeg heeft aan een bosje brandnetels of desnoods een paar kolen in de moestuin. Nee, de wilgenhoutrups heeft als waardplant, dat is de plant waar hij zich mee voedt, een complete boom! Met meterslange vraatgangen in stam en takken en grote gaten in de bast verzwakt hij zelfs de grootste bomen. Die overleven dit uiteindelijk niet. En hij beperkt zich niet tot oude wilgen; deze rups lust ook populieren en zelfs bijna alle andere loofboomsoorten. Dus ook mijn krentenboom en mijn Chinese iep.

Onze krentenboom in voorjaarstooi
‘Wilgenhoutrups’ is niet alleen de naam van de rups, maar ook de naam van de vlinder die na de verpopping tevoorschijn komt. De Latijnse naam luidt ‘Cossus cossus’. De wilgenhoutrups is een forse nachtvlinder, met een vleugelspanwijdte van maar liefst tien centimeter, uit de familie van de houtboorders. De vleugels zijn grijsbruin van kleur met fijne donkerbruine streepjes. Het is een algemene soort, die in heel Nederland voorkomt.

Eitjes van de wilgenhoutrups
Deze vlinder vliegt in juni en juli en zet haar eieren met vijftien tot vijftig tegelijk af in schorsspleten of beschadigingen onder in de stam van een boom, meestal tot op een hoogte van anderhalve meter. De jonge rupsjes komen na veertien dagen uit en boren zich in het hout.
De boom gaat bloeden en er is een vochtig spoor te zien langs de stam. In hun eerste levensjaar blijven de rupsjes bij elkaar in de boombast, maar daarna vreten ze zich met hun sterke kaken ieder een eigen weg door het hout. Zo ontstaan nu ook gaten in de bast van de gastheer.

Zaagsel
Deze zijn goed te zien. Niet alleen komt er boorsel (zaagsel) door naar buiten, maar ook uitwerpselen van de rups, met een typische azijnlucht. Het schijnt dat de Oude Romeinen de wilgenhoutrupsen, met hun azijnsmaak, lekker vonden. Nu is het vooral de specht die ze graag eet. Omdat hout niet veel voedingswaarde heeft, ontwikkelt de rups zich traag. Pas na twee tot drie jaar is hij volwassen, met een indrukwekkende lengte van maar liefst tien centimeter. De rug is bruinrood, zijn buik geelbruin en op zijn kop heeft hij zwarte strepen. Met zijn sterke kaken kan hij lelijk in je vinger bijten! Hij is nu klaar om zich te verpoppen in een cocon van samengesponnen houtdeeltjes aan het einde van zijn ‘vraatgang’, soms ook in de grond. In juni werkt de pop zich naar buiten en komt de vlinder uit. Soms kunnen lege pophuiden uit de stam steken. De vlinder heeft geen monddelen en kan dus niet eten. Na de paring en het leggen van de eitjes sterft de wilgenhoutrups, nu dus als vlinder.
Een 'gang' in de stam
Voor de boom heeft dit in de loop van een paar jaar grote gevolgen. Zijn groei wordt vertraagd omdat overal in de stam sapstromen worden onderbroken. Delen sterven af en bij sterke wind kunnen takken of zelfs de hele stam afbreken. Dat kan uiteraard gevaar opleveren, bijvoorbeeld bij bomen langs de openbare weg. Maar ook in particuliere tuinen.
Bovendien gaan rupsen ook aan de wandel: op zoek naar een nieuwe gastheer. Een nieuw slachtoffer eigenlijk. En bestrijden is heel moeilijk, zo niet onmogelijk. In 2001 ontdekten medewerkers van de buitendienst in Buitenpost bij toeval dat de wilgenhoutrups, met zijn hoge eiwitgehalte, niet bestand is tegen heet tot kokend water. Met behulp van een machine van een reinigingsbedrijf spoten ze kokend water in de boorgangen van aangetaste bomen. Met succes. Wel moeten de behandelde bomen, vol gaten, jaarlijks gecontroleerd worden, want de wilgenhoutrups heeft nu eenmaal een voorkeur voor beschadigde bomen. Voor particulieren is er geen andere mogelijkheid dan de aangetaste boom te kappen en af te voeren, liefst vóór half mei in verband met het verpoppen en het eitjes afzetten door de vlinder in juni.

Symptomen
Daar weet ik nu alles van. Half april kwam de buurman achterom. Op zijn afvalbakken, onder een overhangende tak van onze krentenboom, lag zaagsel. Bij een nadere inspectie zagen wij gaten in de stam waar propjes zaagsel uit staken en waar vocht uit liep. Hoger in de boom zaten nog grotere gaten. Van de specht die ik kort daarvoor in onze krentenboom gezien had? Nee, spechten hakken in dood hout en zó ver was deze boom nog niet heen: vol in bloei en met uitlopend blad. Van mijn tuinboeken werd ik niet wijzer; daar wordt maar zeer beknopt ingegaan op ‘ziekten en plagen’ en dit was beslist ernstiger dan een luizenplaag. Ik stuurde e-mails naar verschillende instanties, maar op korte termijn kreeg ik daar geen reactie op. Via Google kwam tenslotte de wilgenhoutrups in beeld, met zijn gaten in de stam tot maximaal anderhalve meter hoogte. In onze boom zaten gaten over de hele lengte van de stam. We besloten de boom nog niet meteen te kappen en meer informatie te zoeken. Want noch wij, noch onze buren wilden de krentenboom kwijt; behalve een groen uitzicht bood hij ons van beide kanten ook veel privacy.

Dit kwam tevoorschijn bij het doorzagen van het iepstammetje: een nog onvolgroeide rups

Maar al snel trof ik identieke gaten aan in mijn Chinese iepje, in een bak onder de krentenboom. Het stammetje was compleet doorboord en daarmee het lot van de krentenboom bezegeld: als we een verdere verspreiding wilden voorkomen, moesten we de boom kappen en afvoeren. Op één plek in de stam troffen we vlak onder de bast rupseneitjes aan. Dit kon niet anders dan het werk van de wilgenhoutrups zijn. Exit onze geliefde krentenboom. Het iepje wilde mijn man nog een kans geven door kokend water door de gang in de stam te spuiten. Maar als er gaten blijven komen, dan zal ook dit boompje moeten worden afgevoerd. (Dit is inmiddels gebeurd.)
Te zijner tijd willen we op zoek naar een nieuw krentenboompje, met een hoge onderstam en voorlopig in een grote bak. Want zónder, dat vinden we maar niks, de buren en wij.


Pas op voor beschadigingen aan bomen bij het grasmaaien en let op gaatjes met zaagsel: het werk van een sluipmoordenaar van onze bomen - de wilgenhoutrups, Cossus cossus.

PS Ook onze lijsterbes bleek aangetast en is gekapt en afgevoerd. We hopen dat we de wilgenhoutrups nu definitief kwijt zijn.

PS Boven in de berk, die wij vijfendertig jaar geleden plantten, waren deze winter een paar takken afgebroken. Bij nadere inspectie, met de verrekijker, ontdekten wij ook hier de typische wilgenhoutrupsgaten. En dat terwijl in de stam geen gaatjes te zien waren. Voor de zekerheid is ook deze boom gekapt. Nu hebben we alleen de vuilboom (Rhamnus frangula) nog over ...


Mei 2011