vrijdag 13 april 2018

OUDBOLLIG

In míjn tuin ...



… was het lang afzien in de kortste maand van het jaar. Normaal gesproken toch de opmaat naar het voorjaar. Siberisch is overdreven, maar gevoelsmatig kwamen de temperaturen in februari een flink eind uit die richting.
Onverwacht, want winter, mwah, dat stelde al jaren niks meer voor. Gewoon op de eerste de beste zonnige dag, in februari dus, de tuin in en aan de slag. Hoe eerder ik de tuin in kan, hoe liever het me is. Maar het enige wat ik er nu in die ijstijd kon doen was voer strooien om het tuinvogelbestand op peil te houden.
Gelukkig wordt het altijd vanzelf weer april en dan komt ook alles weer goed: zon, voorjaarsbuitjes, de bollen in bloei, kikkers kwakend en blakend in de sloot en jong grut in de vogelnesten. O, kon het altijd voorjaar zijn!

Dichter Herman Gorter (1864-1927) schreef er lyrisch over: ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid: ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit dat …’. Tot zover, want Gorter was bepaald niet kort van stof. Ruim twee jaar werkte hij aan zijn epos ‘Mei’. Het telt 4381 regels en het verscheen in het voorjaar van 1889. ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ zou wel eens de beroemdste dichtregel uit de Nederlandse poëzie kunnen zijn; het is in ieder geval de meest geciteerde. Dat lijkt mij een bewezen indicatie voor ons collectief verlangen naar het voorjaar!
En dan is er werk aan de winkel. Want we gaan wel voor groei en bloei, maar het kan ook uit de hand lopen. Dat is waar ik in mijn tuin al sinds jaar en dag mee word geconfronteerd. Een handvol ooit gepote sneeuwklokjes hebben zich, onder mijn toeziend oog, uitgebreid tot ware kolonies, een Keukenhofje waardig, en daar heeft mijn genadeloze gespit bij het planten van nieuwe aanwinsten geen noemenswaardige schade aan toegebracht. Het sneeuwklokjesblad verdwijnt trouwens net zo vanzelf en geruisloos als het opkomt, dus waar zou ik me druk om maken. Bovendien: wat je niet ziet, kun je ook niet weghalen, tóch?!

Sneeuwklokjes: oudbollige 'evergreens' in mijn tuin
Het zal wel met aangeboren gemakzucht te maken hebben; niets menselijks is mij vreemd. En zolang ik niet aan een verzorgingshuis toe ben (en mijn omgeving daar ook zo over denkt) blijf ik natuurlijk baas in eigen tuin. Ook dit jaar zullen zich weer nieuwe hebbeplanten aandienen die ik, als vanouds, bovenop de ondergrondse sneeuwklokjes ga planten!
Ik heb er meer dan genoeg van, in mijn oudbollige tuin.

Geen opmerkingen: